Project
Emissiemetingen vleeskuikens, regulier en BLk1ster
In 2021 hebben alle supermarktketens in Nederland het besluit genomen om met ingang van 2023 alleen nog versproducten van vleeskuikens gehouden volgens de criteria van het Beter Leven keurmerk 1-ster (BLk1ster) van de Dierenbescherming aan te bieden. Beter Leven 1-ster bedrijven maken gebruik van trager groeiende vleeskuikens, een lagere dierbezetting, een minimale levensduur van 56 dagen, daglichtvoorziening, verrijkingsmaterialen en een overdekte uitloop.
Deze omschakeling heeft grote gevolgen voor de Nederlandse vleeskuikenhouderij. Door de omschakeling van regulier naar het Beter Leven 1-ster keurmerk is de verwachting dat het aantal vleeskuikens in Nederland zal afnemen. Het is immers, gelet op de huidige stikstofproblematiek en de onzekerheid over de vergunningverlening, niet de verwachting dat bedrijven in staloppervlakte gaan uitbreiden om hetzelfde aantal kuikens op het bedrijf te houden. Daarnaast zullen veehouders overdekte uitlopen moeten realiseren om aan de eisen van het Beter Leven keurmerk te voldoen. Dit alles zal effect hebben op de emissies van ammoniak, fijnstof, geur en broeikasgassen.
Er is geen systematisch empirisch onderzoek gedaan naar de gevolgen van deze veranderingen op emissies. Recent is een deskstudie van Bos et al. (2023) verschenen naar de impact van de overschakeling van regulier naar het Beter Leven 1-ster keurmerk. Daarin is aangegeven dat: de emissie van ammoniak per m2 staloppervlak niet minder zal zijn, ondanks het geringere aantal dieren per stal; de emissie van fijnstof per dierplaats per jaar waarschijnlijk zal toenemen, vanwege over het algemeen droger strooisel en actievere dieren. Maar de emissie per stal zal door het geringere aantal dieren lager zijn; er een verwaarloosbaar effect zal zijn op de emissie van geur per vierkante meter. Bovenstaande verwachtingen zijn gebaseerd op de literatuur en expert judgement, omdat formele emissiemetingen bij vleeskuikens gehouden volgens het Beter Leven 1-ster keurmerk ontbreken.
Behoefte aan vastgestelde emissiefactoren
Naar aanleiding van o.a. deze studie van Bos et al. (2023) naar de impact van de omschakeling in de vleeskuikensector van regulier naar Beter Leven keurmerk 1 ster (BLk1ster), is er behoefte aan op basis van metingen vastgestelde emissiefactoren voor ammoniak, fijnstof en geur uit stallen met vleeskuikens gehouden volgens de criteria van BLk1ster. Vanwege diverse veranderingen in met name het management bij reguliere vleeskuikens is er tevens de behoefte om ook bij deze productiewijze de emissies (opnieuw) te meten.
Voor het bepalen van de emissies van trager en sneller groeiende vleeskuikens zal gebruik worden gemaakt van een ‘beperkte case-control’ opzet. Hierbij worden, op zowel bedrijven met reguliere vleeskuikens als met BLk1ster vleeskuikens, metingen gedaan aan een beperkt aantal stallen bij de meest voorkomende emissiebeperkende maatregelen. Daarnaast worden er metingen gedaan aan vier stallen met reguliere vleeskuikens zonder een emissiebeperkend systeem (E 5.100). Deze zullen als (nieuwe) referentie dienen. Bij de metingen worden uitgebreide waarnemingen gedaan aan stal, dieren, ventilatie en strooisel (-kwaliteit/-samenstelling). Aanvullend aan de emissiemetingen met uitgebreide waarnemingen op de praktijkbedrijven, worden zgn. ‘pottenproeven' gedaan. Dit zijn proeven in afgesloten potten met strooiselmestmonsters om effecten van bepaalde invloedsfactoren of maatregelen op de ammoniakemissie/-vorming vast te leggen. Met behulp van de in totaal verkregen dataset worden emissie voorspellende rekenregels opgesteld om inschattingen te kunnen maken van de effecten van aanpassingen aan de houderijvormen, zodat niet telkens bij een aanpassing van het houderijsysteem en/of management de ammoniakemissie opnieuw dient te worden gemeten.