Project
Fytosanitair: Overleving van M. enterolobii onder gematigde omstandigheden
De tropische wortelknobbelnematode M. enterolobii is sinds 11 april 2022 een EU Q-organisme. De NPPO's van verschillende EU landen waaronder Nederland hebben M. enterolobii gedetecteerd in geïmporteerd plantaardig materiaal. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de soort nog niet in Nederland aanwezig is. Onduidelijk is of deze Meloidogyne-soort ook onder de Nederlandse klimatologische omstandigheden kan overleven.
De tropische wortelknobbelnematode M. enterolobii (syn. M. mayaguensis), sinds 11 april 2022 EU Q-organisme, tast zeer veel plantensoorten aan, zowel houtige als kruidachtige gewassen en staat bekend als de meest aggressieve Meloidogyne soort. Schade treedt vooral op in groentegewassen zoals paprika, komkommer en tomaat. Ook diverse siergewassen, waaronder roos en ficus, zijn waardplant. Verder kan M. enterolobii ook veel vollegrondsgewassen aantasten zoals aardappel, biet en boon. Beheersing door vruchtwisseling is zeer moeilijk, vanwege de vele waardplanten van deze nematode. De NPPO's van verschillende EU landen waaronder Nederland hebben M. enterolobii gedetecteerd in geïmporteerd plantaardig materiaal. Binnen Europa zijn besmettingen in kassen in Zwitserland en Frankrijk vastgesteld. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de soort nog niet in Nederland aanwezig is. Onduidelijk is of deze tropische Meloidogyne-soort ook onder de Nederlandse klimatologische omstandigheden kan overleven.
Onderzoek aan biologie en epidemiologie van M. enterolobii is voornamelijk uitgevoerd onder tropische omstandigheden. Vestiging in Nederland lijkt mogelijk, maar kennis over mogelijke verspreiding, waardplantgeschiktheid (waardgewassen spelen een belangrijke rol bij de overleving en ook verspreiding van nematoden) en bestrijding onder Nederlandse omstandigheden zijn nog onbekend. Daarvoor zijn data vanuit onderzoek, uitgevoerd onder Nederlandse klimatologische omstandigheden noodzakelijk. Antwoord op de vraag hoe deze nematodesoort onder Nederlandse omstandigheden overleeft heeft de hoogste prioriteit. Kennis over de kans op vestiging en overleving buiten in de volle grond is van groot belang om de mogelijke verspreiding in te kunnen perken.