Project
Fytosanitair: Wratziekte
In dit project wordt het pathotypeconcept in wratziekte (Synchytrium endobioticum) geactualiseerd, gestoeld op de recente inzichten in resistenties in aardappel en diversiteit van de schimmel. Het gaat om fenotypische en indien mogelijk om het moleculair karakteriseren van de isolaten op aan-/afwezigheid van specifieke avirulentiegenen, rekening houdend met de verschillen in genetische achtergronden.
Doel van dit projectvraag is een actualisatie van het pathotypeconcept in wratziekte (Synchytrium endobioticum), gestoeld op de recente inzichten in resistenties in aardappel en diversiteit van de schimmel. Het gaat om fenotypische en indien mogelijk om het moleculair karakteriseren van de isolaten op aan-/afwezigheid van specifieke avirulentiegenen, rekening houdend met de verschillen in genetische achtergronden. Aan de hand van een set van goed gekarakteriseerde aardappel genotypen die de diversiteit van resistentie genen zoveel mogelijk omvat, en met behulp van representatieve goed gekarakteriseerde schimmel isolaten die als referentie dienen. Hierdoor verwachten we dat een nieuwe indeling robuuster is. Momenteel zijn voor wratziekte 6 verschillende hoofd resistentie gepositioneerd op de genetische kaart (Sen1 tot Sen6) en zijn nog een aantal (>4) andere bronnen van resistentie beschreven. In het huidige pathotypen systeem wordt iedere combinatie van resistentie apart benoemd, maar met 10 resistentie genen zijn er 210 = 1024 mogelijke pathotype combinaties. De doelstelling van het project is te komen tot een meer functionele indeling op basis van een gen-om-gen interactie. Hierbij wordt gekeken naar de (in)compatibiliteit van de isolaten per resistentie gen zodat ook gerichter een selectie kan plaatsvinden naar resistente aardappelrassen voor de praktijk. Na afronding van dit project mag dan ook verwacht worden dat er geen grote systeemwijzigingen meer noodzakelijk zijn in de komende decennia. Mochten er alsnog nieuwe isolaten gevonden worden, dan kan aan de hand van de in dit project ontwikkelde methodiek de lijst met pathotypes uitgebreid worden. Dit gebeurt indien mogelijk met moleculaire merkers. Ook kan in dit project meer inzicht worden verkregen over de selectie en evolutie van nieuwe pathotypen.