Project
Graslandmanagement Praktijk 2023
Dit project onderzoekt de reductie van CH4 en NH3 via rantsoen van het vee, wat direct in relatie staat met het graslandmanagement. Van graslandmanagement is niet bekend hoe het gelijktijdig uitwerkt op de reductie van methaan en ammoniak. Er wordt voortgebouwd op de meest recente (internationale) wetenschappelijke kennis. Deze kennis wordt gecombineerd met de nieuwste inzichten uit aanpalende projecten, maar vooral project B3 Graslandmanagement in onderzoek. Het effect van de uitkomsten uit B3 worden verkend in het praktijkproject C1.
Binnen het praktijknetwerk Graslandmanagement onderzoeken we wat er mogelijk is als we de variatie in graslandmanagement tussen de jaren en op verschillende praktijkbedrijven benutten en deze relateren aan de emissie van NH3 én CH4 via het voerspoor. Er liggen concrete aanknopingspunten om via het voerspoor te komen tot een integrale aanpak in de reductie van NH3 en CH4 op melkveebedrijven als het management van grasland als sturingsmechanisme wordt ingezet.
Dit praktijkproject brengt daarvoor in 2023 via analyse en rapportage de bedrijfsefficiëntie en de bijbehorende CH4 en NH3 emissies van een 15-tal weidebedrijven in beeld over 2020-2022. Daarnaast zal in 2023 voor een 5-tal weidebedrijven een verdiepingsslag gemaakt worden in het effect van graslandgebruik en snedezwaarte bij inkuilen. Omdat naast variatie in vers graskwaliteit er ook behoefte is de variatie in graskwaliteit bij inkuilen beter in beeld te hebben, om daarop gericht te kunnen sturen. Naast vers gras is ingekuild gras een belangrijk bestanddeel van melkveerantsoenen. Tegelijk heeft meer of minder weidegras ook direct invloed op het (resterende) kwaliteit ingekuild gras.
De deelnemende pilotbedrijven (12-15 stuks) laten in 2020-2022 een range zien in CH4 en NH3 emissies op basis van bedrijfsopzet, graslandmanagement en ingezette maatregelen. Daaruit kunnen handvatten afgeleid worden voor de melkveehouderijpraktijk om te sturen op het minimaliseren van de CH4 en NH3 emissies. Hierdoor worden het handelingsperspectief voor de veehouder, de handreiking voor zijn adviseurs en de randvoorwaarden voor succes in kaart gebracht. In 2022 en 2023 worden deze ook onderdeel van de maatregelen set van project C2 Netwerkpraktijkbedrijven.