Project

Kennisimpuls Groene gewasbescherming

Kennisimpuls Groene gewasbescherming (gestart in 2017) is gericht op het versnellen van de verduurzaming van gewasbescherming met behoud van een sterke internationale agro-positie van Nederland en sluit direct aan op de doelstellingen uit het uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030. Het onderzoek leidt tot prototypes voor innovatieve duurzame teeltsystemen die alle mogelijkheden voor verduurzaming benutten, van innovatieve technieken tot gebruik van de natuur (tijdhorizon 2030). Er is gestart met vier casussen Akkerbouw, Lelie, Appel en Aardbei) waarin onderzoekers nieuwe teeltsystemen ontwikkelen. Vertegenwoordigers van sector-, markt- en kennispartijen en maatschappelijke organisaties denken daarbij mee in denktanks en in klankbordgroepen.  

In de nieuwe innovatieve systemen zullen chemische gewasbeschermingsmiddelen aanmerkelijk minder gebruikt worden en in elk geval geen middelen die staan op de EU-lijst van “candidates for substitution”. Zij streven de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en residuen op producten tegen te gaan, en zoeken de verbinding met de natuurlijke omgeving. De teeltsystemen moeten de marktpositie van Nederlandse telers verder kunnen versterken.

De eerste fase van de kennisimpuls loopt eind 2022 af, maar de prototypes zijn nog niet zo ver dat verdere uitrol naar praktijkgericht onderzoek mogelijk is. Daarvoor is nog 3 jaar nodig. WR heeft in een notitie (maart 2022) hiervoor een uitgebreide analyse en onderbouwing per casus gegeven. De uitkomsten daarvoor zijn leidend voor het werkplan 2023-2025. De op te leveren prototypes kunnen in PPS-en of directe implementatietrajecten in praktijk worden gebracht.

Dit project is modulair opgezet en bestaat uit zes inhoudelijke modules (1 t/m 6) en twee management modules (7 en 8).

Module 1 ontwikkelt de integrale werkwijze om te komen tot beoogde nieuwe productiesystemen en toetst deze werkwijze en hiervoor opgestelde criteria aan de hand van inzichten van een klankbordgroep.

Module 2 past de werkwijze toe voor de akkerbouwmatige openteelten,

Module 3 voor de lelieteelt,

Module 4 voor de appelteelt en

Module 5 voor de teelt van aardbeien onder glas.

In elk van deze modules wordt minimaal één prototype productiesysteem verder uitgewerkt en onder (semi-)praktijkomstandigheden getoetst.

Module 6 is een cross-module met het parallel lopend bestuiversproject en gaat over de impact op groene gewasbescherming van maatregelen om bestuivers en bestuiversdiensten te behouden en  te bevorderen. In het parallel lopend bestuiversproject is ook een cross-module richting dit gewasbeschermingsproject. Expertise t.a.v.  bestuivers  en bestuiversfuncties wordt, indien relevant, ook ingezet op casusniveau (M2-5).

Module 7: Voor de opdrachtgever is het belangrijk dat goed wordt voldaan aan de doelstelling om te komen tot onderzoekssamenwerking die resulteert in effectieve integratie van de kennis uit verschillende onderzoeksthema's. Sturing hiertoe vindt plaats in module 7. Vanuit module 7 vindt ook de  afstemming plaats met het parallel lopend bestuiversproject en het algemeen project management, inclusief geregeld contact met de opdrachtgever en de inzet van de generieke klankbordgroep.

Module 8: Tenslotte, de algemene communicatie en kennisverspreiding vindt plaats in module 8. Gezamenlijk met het bestuiversproject wordt daartoe jaarlijks een communicatiestrategie en -uitvoeringsplan opgesteld.

Publicaties