Project
LWV23060 Screening novel source of resistance to the virulent Dutch potato cyst nematode, Globodera rostochiensis, from wild potato genotypes
Aardappelcysteaaltjes zijn bodemgebonden plagen, vooral voor aardappelen en andere Solanum soorten. Hun impact op de aardappelteelt wordt goed samengevat door Nederlandse naam “aardappelmoeheid”. Na de introductie van cysteaaltjes in een perceel vermeerderd de populatie zich in gevoelige waardplanten wat resulteert in ernstige opbrengstverliezen. Cysteaaltjes zijn daarom onderworpen aan quarantaineregelgeving, en de inzet van resistente rassen is een belangrijk instrument om aaltjes populaties te beheersen. Recentelijk zijn er echter virulente populaties gerapporteerd in Nederland en Duitsland, die de resistentie van bestaande rassen doorbreken.
Virulente populaties zijn het gevolg van diversiteit in de populatie, waarbij subpopulaties de resistentie kunnen ontwijken en zich daarom kunnen vermenigvuldigen. Veredelaars pakken dit probleem aan door stapeling van resistentiegenen in hun aardappelrassen. Voor G. rostochiensis werd de resistentie H1 eerder al doorbroken. Maar nu worden ook de eerste generatie van gestapelde resistentie doorbroken (b.v. H1 + Gro1.4 + andere). Veldwaarnemingen door NVWA en HLB geven aan dat zowel virulente G. rostochiensis- als G. pallida-populaties zich sneller verspreiden in Nederland. Onlangs zijn er twee artikelen in “De Boerderij” gepubliceerd waarin de verspreiding van virulentie beschreven wordt en de mogelijkheden die er nog zijn voor het beheer van virulente cysteaaltjes populaties worden belicht. In beide artikelen wordt benadrukt dat resistentie de primaire keuze voor bestrijding is, en dat er een dringende behoefte bestaat aan het starten van de screening van nieuwe resistenties tegen de virulente G. rostochiensis-populatie.
In een lopend project (Rostofit) wordt de aard van de virulentie van de cysteaaltjes bestudeerd. In dit project benaderen we het virulentieprobleem vanuit de aardappelkant. We gaan kruisbare wilde aardappelgenotypes screenen voor resistentie tegen virulente G. rostochiensis populaties en selecteren planten die geschikt zijn voor resistentieveredeling. Ook zullen we moleculaire markers ontwikkelen om plantmateriaal voor veredeling mee te selecteren. Dit zal leiden tot een reeks nieuwe resistenties die selectief kunnen worden ingezet in nieuwe G. rostochiensis-resistente aardappelrassen. Door de complementaire inspanningen van dit project en het lopende Rostofit-project kan de opkomende virulentie aangepakt worden met nieuwe beheer strategieën en nieuwe resistente rassen. Gezien de afnemende hoeveelheid tijd die nodig is om rassen met een stapel resistenties te produceren, zal dit project een tijdig antwoord bieden op deze opkomende bedreiging voor de aardappelproductie in Nederland en andere delen van Europa.