Project
mEATquality
Het mEATquality-project onderzoekt of extensivering van de vleeskuiken en varkenshouderij voordelen heeft voor duurzaamheid en vleeskwaliteit.
Dit is een project op Europees niveau, gefinancierd als onderdeel van het Horizon 2020-programma, met subsidienummer: 101000344.
Deelprogramma 1: Veilige primaire productie, voedsel en omgeving
Het project inventariseert voedselveiligheidsrisicos en brengt ze in kaart met een geïntegreerde QACCPbenadering. Daarnaast zal Wageningen University & Research een gevoeligheidsanalyse m.b.t. voedselfraude uitvoeren door middel van interviews met o.a. vleesverwerkers en retailers die de SSAFE-tool gebruiken.
Deelprogramma 2: Verbetering gezondheid en welzijn dieren
Centraal staat de vraag hoe een extensieve houderij welzijnsverbeteringen kan leveren voor varkens en vleeskuikens. De effecten van locale voerproductie, ruimte, ras en hokverrijking worden gemeten in relatie tot o.a. ontwikkelen van weerbare dieren en van best practices.
Deelprogramma 3: Integrale verduurzaming veehouderij
Het uiteindelijke doel zijn integraal duurzame stal en houderijsystemen. Technische informatie, best practices, economische consequenties (voor het helder onderbouwen van het verdienmodel) en informatie voor consumenten om de maatschappelijke dialoog te voeden worden ontwikkeld.
Projectfasering
In een eerste fase kijkt het naar houderijfactoren in relatie tot intrinsieke vleeskwaliteit, door middel van gegevensverzameling over conventionele, scharrel- en biologische boerderijen, en door onderzoek naar de verwachtingen van de consument.
De tweede fase omvat interventiestudies op vleeskuiken- en varkensbedrijven om intrinsieke vleeskwaliteitskenmerken te onderzoeken in relatie tot houderijfactoren zoals genetica, voer, ruimte en stress. Het zal ook innovatieve technieken ontwikkelen voor geautomatiseerde vleeskwaliteitsbeoordeling bij hoge lijnsnelheden, en voedselfraude bestrijden door authenticatie van het eindproduct via vingerafdruktechnieken en Blockchain-technologie.
In een derde fase zal het de nieuwe houderijpraktijken toetsen aan duurzaamheidsaspecten: dierenwelzijn, milieuaspecten en economische consequenties. De marktacceptatie van de nieuwe producten en manieren om deze aan de consument te communiceren zullen worden bestudeerd. In een vierde en laatste stap worden de resultaten gecommuniceerd en verspreid.