Project

Methodeontwikkeling dierlijke eiwitten in diervoeders

In Europa is er wetgeving (EG nr. 999/2001) die het gebruik van dierlijke eiwitten bij de productie van diervoeders voor landbouwhuisdieren inperkt, om verspreiding van ziekten zoals boviene spongiforme encefalopathie (BSE) te voorkomen. Hiervoor is het noodzakelijk om (nieuwe/efficiëntere) methoden voor dierlijke eiwitten te ontwikkelen en kennis te verbreden.

Doelstelling

De algemene projectdoelstelling van dit project is het ontwikkelen en vernieuwen van analysemethodes die uitsluitsel geven over de identiteit van dierlijk materiaal (diersoort en weefseltype). Dit ondersteunt de handhaving van Verordening (EG) nr. 999/2001 die specifieke dierlijke eiwitten toelaat of verbiedt in bepaalde diervoeders, voornamelijk om de overdracht van overdraagbare spongiforme encefalopathieën te voorkomen.  

Werkwijze

Binnen dit project worden verschillende onderzoekslijnen onderscheiden: 1) generiek aantonen van hoofdgroepen typen dieren (gewervelde landdieren, ongewervelde landdieren, of vissen) met behulp van visuele technieken, 2) specifiek aantonen van diersoorten of -groepen met behulp van DNA-analyse methodes, 3) specifiek aantonen van diersoorten en weefsel met behulp van LC-MS/MS analyse (vloeistofchromatografie gekoppeld aan massaspectrometrie) van eiwitten/peptiden. Een combinatie van deze technieken wordt nodig geacht om het gebruik van dierlijke eiwitten in diervoeder effectief te monitoren. Elk jaar wordt er opnieuw gekeken welke methodes moeten worden vernieuwd/ontwikkeld om flexibel in te kunnen spelen op de behoeftes omtrent voederveiligheid. 

Projectresultaat

Om de voedsel- en voederveiligheid (nog) effectiever te kunnen waarborgen, worden verschillende analytische methoden (visuele technieken, DNA/PCR en LC-MS/MS) (verder) ontwikkeld en geïmplementeerd. Dit onderzoek leidt tot nieuwe/verbeterde analysemethoden die kunnen worden ingezet voor het onderzoek van monsters voor de NVWA binnen het Nationaal Plan Diervoeders.  

Publicaties