Project

Ondersteuning EU-meststoffenverordening

De EU Verordening 2003/2003 betreffende de vrije verhandeling van meststoffen in de EU werd aan een revisieproces onderworpen. De revisie werd op 25 juni 2019 afgerond door de publicatie van de nieuwe EU verordening 2019/1009. Hoofddoel is stimuleren van hergebruik van hernieuwbare grondstoffen. De nieuwe EG verordening is facultatief; fabrikanten van bemestingsproducten kunnen kiezen of hun bemestingsproduct onder een CE markering in het vrijhandels verkeer wordt gebracht dan wel onder nationale regels. EU verordening 2019/1009 reguleert naast huidige minerale meststoffen en kalkmeststoffen ook organische meststoffen, organo-minerale meststoffen, anorganische en organische bodemverbeterende middelen, groeimedia, remstoffen en plant-biostimulatoren. Nieuw is dat naast criteria voor waardegegevende bestanddelen ook criteria voor contaminanten gelden. Afvalstoffen die voldoen aan deze criteria bereiken daardoor een einde-afval-status. De publicatie start de implementatie van de nieuwe Europese meststoffen­verordening in de huidige Nederlandse meststoffenwet en in andere lidstaten. Europese Commissie en lidstaten moeten vorm en uitvoering moeten geven aan gestelde bepalingen. Op 16 juli 2022 is de implementatie gerealiseerd. Na de implementatie zijn er nog technische vraagstukken bij nieuwe grondstoffen (CMC), en analysemethoden. De verruiming en wijzigingen in de EU-Verordening hebben daarnaast een groot effect op de huidige Nederlandse meststoffenwet. Hierbij is het van belang om inzicht te hebben in de verhouding tot andere EU verordeningen/richtlijnen (2008/98/EG, 528/2012, 1069/2009, 142/2011, 86/278/EEG)). Het ministerie van LVVN heeft behoefte aan technische-inhoudeljke expertise met betrekking tot bemestingsproducten die beschikbaar komen door  -  innovatieve - verwerkingstechnieken van hernieuwbare grondstoffen (waaronder afval- en reststoffen). Eveneens is behoefte aan expertise bij implementatie van de nieuwe EG verordening. De implementatie is technisch inhoudelijk ondersteund door de uitvoering van vier bureaustudies over implementatie vraagstukken, biostimulanten en milieubezwaarlijkheid van anorganische en organische contaminanten. Die studies zijn in 2022 afgrond, waarna nog vragen overblijven voor de uitwerking, zoals welke afval- reststoffen beantwoorden aan de Europese Meststoffenverordening , en welk deel van de Nederlandse meststoffenwet kan vervangen worden, of moet vernieuwd worden? Daarnaast zijn er vragen bij uitvoerende en controlerende instanties in Nederland. In 2025 start een evaulatie van de FPR waarbij inbreng van de landen wordt verwacht.

Publicaties