
Project
Onderzoek andere dierbehandelingsmiddelen
Onderzoek naar residuen van dierbehandelingsmiddelen is belangrijk voor de voedselveiligheid. Naast verboden stoffen en antibiotica is er de laatste jaren toenemende aandacht voor andere dierbehandelingsmiddelen zoals pijnstillers, antiparasitaire en antivirale middelen en coccidiostatica. Binnen dit project worden innovatieve methoden van onderzoek ingezet en effectieve monitoringsstrategieën voor deze stoffen ontwikkeld.
Doelstelling
Doelstelling van dit project is het ontwikkelen van methoden en monitoringsstrategieën ter verbetering van de controle en handhaving op andere dierbehandelingsmiddelen dan antibiotica en verboden stoffen. Daarnaast richt het project zich op de beantwoording van specifieke onderzoeksvragen gerelateerd aan het gebruik van dierbehandelingsmiddelen en de handhaving hiervan.
Werkwijze
De aandachtsgebieden in dit project wisselen naar gelang de actualiteit, zodat goed ingespeeld kan worden op veranderende wet- en regelgeving en nieuwe trends en risico’s in het gebruik van andere dierbehandelingsmiddelen.
Huidig onderzoek richt zich bijvoorbeeld op het kunnen onderscheiden van natuurlijk gevormde of via de voeding opgenomen stoffen van toegediende middelen, de toepasbaarheid van veren, haren en veegmonsters voor monitoring en het metabolisme van dierbehandelingsmiddelen en hun effect op de omgeving.
Projectresultaat
De uiteindelijke resultaten van dit project worden geïmplementeerd in het routinematige WOT-monsteronderzoek bij WFSR of dienen ter advisering van de NVWA en beleidsmakers bij het ministerie van LVVN. Zij krijgen zo de beschikking over de nieuwste kennis en analysetechnieken om op effectieve wijze te controleren op juist gebruik van dierbehandelingsmiddelen. Hiermee wordt bijgedragen aan het waarborgen van de voedselveiligheid.