
Project
Ouderparticipatie bij voedseleducatie op KDV en de basisschool
Gezonde en duurzame voedingspatronen zijn essentieel voor de gezondheid van kinderen en de gezondheid van de aarde. Het stimuleren van meer plantaardige voedingspatronen, met volop groente, fruit, noten en zaden, in combinatie met het voorkomen van voedselverspilling en overconsumptie komt zowel de individuele gezondheid ten goede als een evenwichtiger gebruik van natuurlijke bronnen. De kindertijd is een ideale periode om goede eetgewoonten aan te leren, want onderzoek laat zien dat eetpatronen die op jonge leeftijd aangeleerd zijn vaak beklijven. Het is daarom belangrijk om al vroeg te investeren in het aanleren van gezonde en duurzame eetgewoonten. De school is een belangrijke setting voor interventies en activiteiten om dit te bevorderen.
Er zijn veel educatieprogramma’s en interventies beschikbaar voor op de basisschool om kinderen te stimuleren om zelf gezonde en duurzame keuzes te maken. Verschillende onderzoeken laten zien dat voedingsinterventies met een oudercomponent effectiever zijn dan zonder oudercomponent. Het is echter onvoldoende duidelijk welke vorm, intensiteit en concrete werkvormen van ouderbetrokkenheid bij voedingsinterventies op de basisschool het meest effectief zijn, evenals wat haalbaar en wenselijk is vanuit de praktijk (scholen, ouders, professionals).
Effectieve ouderbetrokkenheid
Het doel van dit project is om inzichten te krijgen welke vorm, intensiteit en concrete werkvormen van ouderbetrokkenheid bij voedselinterventies op de basisschool het meest effectief zijn, evenals wat haalbaar en wenselijk is vanuit de praktijk (scholen, ouders, professionals). Op basis van deze resultaten kan LVVN (bestaande) voedseleducatieprogramma’s op de basisschool versterken.
Er zijn drie centrale onderzoeksvragen in het project:
1. Wat is er bekend over de effectiviteit van de verschillende vormen van ouderbetrokkenheid op de mate van ouderbetrokkenheid en het voedingsgedrag van kinderen?
2. Wat zijn de ervaringen met verschillende vormen van ouderbetrokkenheid zoals deze worden toegepast bij voedingsinterventies op de basisschool?
3. Welke tips en adviezen kunnen worden gegeven voor het effectief inzetten van ouderbetrokkenheid bij voedingsinterventies op de basisschool?