Project
Reinventing circular dairy farming
De Nederlandse landbouw staat voor een aantal grote uitdagingen: de uitstoot van stikstof (N) en broeikasgassen naar de lucht, de uitspoeling van N naar het grondwater, en N en fosfor (P) naar het oppervlaktewater moeten omlaag. Stalsystemen kunnen voor een aanzienlijke reductie van ammoniakemissie zorgen. Er zijn stalsystemen die al zover in ontwikkeling zijn dat ze op enkele tientallen melkveebedrijven zijn geïmplementeerd.
Als de N in ammoniak die niet emitteert in de bedrijfskringloop blijft, is er meer N voor bemesting beschikbaar en kan er een hoger N rendement op het melkveebedrijf behaald worden. Momenteel wordt N-bemesting van de verschillende mestproducten belemmerd door de stikstofgebruiksnorm uit de Nitraatrichtlijn. Met het wegvallen van de derogatie ontstaat een nieuwe situatie op melkveebedrijven, die de uitdaging om alle nutriënten van eigen bedrijf efficiënt te gebruiken groter maakt. Met de nieuwe stalsystemen komen meer mestproducten beschikbaar en daarmee meer sturingsmogelijkheden, voor meerdere nutriënten en organische stof.
Het consortium van deze PPS heeft als doel melkveebedrijven meer circulair te laten functioneren, waarbij stapsgewijs de afhankelijkheid van externe meststoffen wordt afgebouwd. Als eerste stap in die ontwikkeling onderzoekt deze PPS de agronomische effectiviteit van de verschillende mestproducten uit emissiearme stallen met een snelle scheiding van faeces en urine, waaronder de producten die voldoen aan de RENURE-criteria. Voor de partners van deze PPS betreft dat urine na primaire scheiding in de stal (LelySphere), urine opgevangen in het CowToilet en gedraineerde urine uit een VrijLevenStal.
Om de mestproducten uit de emissiearme stal optimaal te kunnen benutten en verliezen te minimaliseren staan de onderstaande onderzoeksvragen en -doelen centraal in corresponderende werkpakketten:
Werkpakket 1
Monitoring mestproducten op pilot bedrijven. Activiteiten: Van pilotbedrijf worden mestmonsters genomen en chemisch geanalyseerd; Binnen de pilotbedrijven zal de informatie uit de andere werkpakketten worden getoetst.
Werkpakket 2
Bemestingsstrategie mest de beschikbare mestfracties. Activiteiten: Met veldproeven worden verwachte N-efficiënties gevalideerd; Handreiking met voor melkveehouders direct toepasbare kennis voor bemestingsstrategie wordt opgesteld.
Werkpakket 3
Mesttoediening techniek. Activiteiten: Geconditioneerde proef waarin de ammoniakemissie wordt gemeten; Gezamenlijk met het netwerk van private bedrijven de toedieningstechnieken toetsen.
Werkpakket 4
Borging van mestkwaliteit. Activiteiten: Ontwikkeling borgingssystematiek voor urine-achtige producten op basis van data uit WP1.
Werkpakket 5
Kennisverspreiding
Het project zal vier jaar lopen, van 2024 t/m 2027.