Project

Ruwvoerkwaliteit en emissiereductie CH4 + NH3

In Nederlandse melkveerantsoenen is 60-70% van de enterische methaanemissie afkomstig van ruwvoeders. Uit projecten blijkt dat de praktijk nog niet stuurt op de methaanemissie uit ruwvoeders. Ook blijkt dat de huidige emissieschatting van methaan onvoldoende robuust is over de hele breedte van voorkomende ruwvoerkwaliteiten. Dit project beoogd beide te verbeteren.

De Klimaat Envelop streeft naar 30% reductie in zowel methaan als ammoniakemissie. Uit KE projecten van 2018-2021 is gebleken:

  • Dat ca. 60-70% van de enterische methaanemissie in NL melkveerantsoenen afkomstig is van ruwvoeders (dominant zijn gras, grassilage en snijmaissilage).
  • Dat de reductiepotentie van het niet-ruwvoerdeel van het rantsoen (grofweg de voeraankopen) onvoldoende is om het reductiedoel te realiseren, waardoor aanvullende emissiereductie via sturing van de ruwvoerkwaliteit essentieel is.
  • Dat de NL melkveehouder (nog) geen eisen stelt aan / niet stuurt op de methaanemissie uit ruwvoeders. Dat geldt ook voor ammoniakemissie.
  • Dat de huidige emissieschatting voor de methaanemissie van grasproducten onvoldoende robuust is over de gehele breedte van de in Nederland voorkomende kwaliteiten.

Bij het adresseren van het ‘vergeten’ van de ruwvoerkwaliteit in het verzilveren van de reductiepotentie van het voerspoor bleek dat de NL melkveehouder geen handvatten heeft om te sturen op een ruwvoerkwaliteit die resulteert in zowel een lage methaan- als de ammoniakemissie. De boodschap om ruwvoeders met een lage methaanemissie te telen kan daarom nog niet vertaald worden in effectieve en praktisch toepasbare maatregelen. In verschillende KE projecten zal vanaf 2022 gezocht worden naar handelingsperspectief op dit punt. De vraag om betere handvatten is daarmee concreet. Dit project richt zich op het generen van handvatten (éénduidig en effectief), waarmee de reductiepotentie van ruwvoeders (beter) verzilverd kan worden.

Publicaties