category_news
Eiwitmonitor: vlees en zuivel nog steeds favoriet, overgang naar plantaardig gaat niet snel genoeg
Vlees en zuivel voeren nog steeds de boventoon in consumptie, perceptie, aanbod en marketingaandacht. Dat blijkt uit de eerste Eiwitmonitor die Wageningen Economic Research in opdracht van het ministerie van LNV heeft uitgevoerd. Het ministerie van LNV heeft als doelstelling dat Nederlanders in 2030 evenveel plantaardige als dierlijke eiwitten consumeren. De trend daarnaartoe lijkt voorzichtig ingezet, maar er is versnelling nodig. De monitor biedt tips en inzichten om de versnelling te ondersteunen.
In Nederland eten we met elkaar 39% plantaardige eiwitten en 61% dierlijke eiwitten. “We zien een voorzichtige verschuiving in de richting van meer plantaardige eiwitconsumptie”, stelt Marleen Onwezen, expertiseleider Consumentengedrag bij Wageningen University & Research. “Maar het gaat niet hard genoeg.” Zo liggen er bijvoorbeeld kansen voor de hoofdmaaltijd en thuis en in de horeca, waar nog de meeste dierlijke eiwitten worden gegeten. En naast vlees wordt er ook nog heel veel melk en kaas gegeten. Jongeren eten al meer plantaardig en staan er ook meer open voor.
Uniek kijkje in consumptie en aanbod
De Eiwitmonitor is ontwikkeld om jaarlijks te kunnen monitoren of de consumptie van eiwitten in Nederland inderdaad verschuift in de richting van 50/50. De monitor geeft een uniek kijkje in de consumptiepatronen van individuele en groepen consumenten in hun sociale context en laat ook zien waaróm consumenten kiezen voor plantaardige eiwitproducten of vlees en zuivel. Daarnaast brengt de monitor het aanbod van plantaardige en dierlijke eiwitproducten in de supermarkt in kaart, inclusief de manier waarop deze worden aangeboden. 570 consumenten vulden via een app hun consumptiepatroon in. Een survey onder 3.000 respondenten maakte inzichtelijk waarom consumenten voor plantaardige en dierlijke eiwitten kiezen.
Motivatie, omgeving, vaardigheden
Uit de Eiwitmonitor blijkt dat de deelnemende Nederlandse consumenten in meerderheid nog steeds verknocht zijn aan vlees en zuivel. “Consumenten waarderen vlees en zuivel meer dan plantaardige eiwitproducten, en dan vooral vlees- en zuivelvervangers. We zien ook dat gewoontes voor dierlijke producten sterker zijn, dat de consument beter weet hoe ze met dierlijke eiwitten kunnen koken en het eten van dierlijke eiwitten is meer geaccepteerd in onze sociale omgeving. Ook is de intentie om dierlijke eiwitten te kopen het hoogst en die om vlees- en zuivelvervangers te kopen het laagst. Een positief verhaal rondom alternatieve eiwitten, een ondersteunende voedselomgeving en vaardigheden om aan de slag te gaan zijn samen de combinatie om gedrag te veranderen. De plantaardige eiwitten waar de consument het meest voor open staat bij aankoop zijn onbewerkte producten, zoals noten en peulvruchten. En deze producten zijn ook heel duurzaam en gezond, een mooie kans om te bekijken hoe deze producten ook als alternatieve eiwitten kunnen worden ingezet.
We zien ook dat consumenten minder gemotiveerd zijn om voor plantaardige eiwitten te kiezen dan voor vlees en zuivel. Dat komt deels doordat de omgeving nog te weinig aandacht aan plantaardig schenkt: “De aandacht in supermarkten gaat nog vooral naar dierlijke producten; die zijn de standaard. Dit geldt voor productintroducties, portiegroottes, prijzen, huismerken, plek en variatie. Het online aanbod van producten met plantaardige eiwitten is 32% en van producten met dierlijke eiwitten 68%. In de supermarkten is er beduidend meer (marketing)aandacht voor producten met dierlijke eiwitten. Zo hebben deze producten meer ruimte in de schappen van de supermarkt en zijn er meer aanbiedingen met deze producten. De onderzoekers stellen dat door deze verhouding de keuze voor dierlijke eiwitten op dit moment gemakkelijker en aantrekkelijker wordt gemaakt voor de consument.
Supermarkten lijken bang om klanten te verliezen als ze plantaardig te veel promoten. Wat ook meespeelt is dat de meeste recepten die consumenten krijgen aangeboden nog steeds dierlijke producten bevatten. Het ontbreekt consumenten daardoor aan vaardigheden om smakelijke plantaardige maaltijden klaar te maken.”
Werk aan de winkel
De perceptie van de consument moet dus veranderen, het aanbod van plantaardige eiwitten moet beter én er moet meer marketingaandacht voor plantaardig komen. “Deze monitor laat zien dat er werk aan de winkel is om sneller naar 50/50 te gaan”, stelt Onwezen. “We hebben krachtige interventies nodig. Plantaardige alternatieven voor vlees en zuivel moeten veel meer worden gepromoot vanuit de kracht van die producten. Bijvoorbeeld door te benadrukken dat je voor de lekkerste curry geen vlees nodig hebt, maar linzen, bonen of peulvruchten. En vaardigheden zijn belangrijk: je moet weten hoe je een bloemkool smaakvol roostert.”
De Eiwitmonitor is in 2023 voor het eerst uitgevoerd en wordt elk jaar herhaald om te meten hoe de overgang naar ‘50/50’ vordert.