Nieuws
Cognitie versus camouflage: predator gedreven evolutie
Een dier met een groot brein kan waarschijnlijk het risico van een naderende slang beter inschatten en zichzelf op het meest gunstige moment redden met een moedige sprong. “Wie weinig grijze cellen heeft, heeft goede camouflage nodig. Wie slim is, valt misschien meer op”, concludeert bioloog Alexander Kotrschal van Wageningen University & Research op basis van onderzoek bij in 102 kikkersoorten. “Individuen met kleine hersenen moeten camouflagepatronen dragen”, stelt hij vast.
Het onderzoek naar de relatie tussen cognitie (hersencapaciteit) en camouflage is op 17 augustus gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Science Advances.
Hersenontwikkeling
Crypsis – het jezelf verbergen voor je omgeving − is een prominente antipredator-aanpassing. De rol van de hersenen in de door roofdieren aangedreven evolutie is in de wetenschap controversieel. Om hierin verandering te brengen werden antipredatorkenmerken onderzocht bij 102 Chinese kikkersoorten. “We veronderstellen dat het verminderde predatierisico door crypsis selectie op de hersenen als het ware ‘ontspant’, overbodig maakt. Die hypothese hebben we getoetst bij de kikkers.”
Predatiedruk
De fylogenetische analyse van de kikkers onthulde een indirecte relatie tussen predatierisico en crypsis, gemedieerd door hersengrootte. Dit resultaat suggereert dat kikkers het zich kunnen veroorloven om op te vallen bij een laag predatierisico en hun grotere hersenen gebruiken voor cognitieve ontduiking van roofdieren. “Bij hogere predatiedruk kan deze strategie minder efficiënt of energetisch duurder worden. In dat geval zijn kleinere hersenen en toenemende crypsis gunstiger voor het dier om te overleven.