Botulisme bij rundvee

Botulisme bij rundvee

In Nederland komen jaarlijks enkele gevallen voor van botulisme bij rundvee, bijna altijd speelt toxine type C of D een rol en in veel mindere mate toxine type B.

Besmettingsroute

C. botulinum komt algemeen in de bodem en omgeving voor waar de bacterie gemakkelijk kan overleven door sporen te vormen. Onder voor de bacterie gunstige omstandigheden (anaeroob, eiwitrijk milieu en bij voldoende hoge temperaturen) worden toxines geproduceerd. Kadavers vormen een ideaal milieu en toxines kunnen in kadaverresten maandenlang aanwezig blijven. Botulisme bij rundvee is vaak gelinkt aan besmette pluimveemest (met kadaverresten) die wordt gebruikt als bodembedekking/strooisel in runderstallen of als graslandbemesting.

Runderen kunnen ofwel kadaverresten met toxinen opnemen of komen in aanraking met de toxinen (via kadaverresten) als gras tot kuilvoer of hooi is verwerkt. Zeker met gebruik van mengvoerwagens kan een groot deel van het voer besmet raken. Via opname van besmet voer krijgen runderen de bacteriën en de toxinen binnen. De toxinen worden door de maag en de dunne darm opgenomen en via de bloedbaan verspreid door het lichaam. In de zenuwuiteinden verhinderen toxinen de overdracht van zenuwprikkels, waardoor het dier verlamd raakt.

Symptomen

Het klinisch beeld is afhankelijk van de hoeveelheid opgenomen toxine. Aangetaste dieren kunnen moeite hebben met lopen en met overeind komen. Bij opname van een grote hoeveelheid toxine kan het dier dood worden aangetroffen, zonder voorgaande ziekteverschijnselen. Lage doses toxine leiden tot een meer slepend ziektebeeld en minder ernstige klinische symptomen.

Opsporen van de bron

Bij verdenkingen van botulisme moet gezocht worden naar de mogelijke bron. Dit is vaak kuilvoer, eventueel kan grasland of oppervlaktewater zijn besmet met dode vogels of ongedierte. Een bekende besmettingsroute is bemesting van grasland met kippenmest waarin kadavers zitten.

Kenmerkend voor botulisme als gevolg van opname van toxinen via het voer is het plotselinge ontstaan van de symptomen. Meestal zijn de symptomen dat gerelateerd aan de kuil of het kuilvoerpak dat gevoerd wordt. Afhankelijk van het voersysteem kunnen enkele of meerdere (voermengwagen) dieren zijn aangedaan.

Indien er symptomen zijn moet verder opname van toxines zo veel mogelijk voorkomen worden. Verdacht voer dient zo snel mogelijk verwijderd te worden. Desondanks is de ervaring dat tot 2 weken na opname nog nieuwe gevallen kunnen optreden.

Meer over de symptomen

In Duitsland spelen al sinds 1990 problemen die worden toegeschreven aan chronisch of visceraal botulisme bij rundvee. Het werd zo genoemd, omdat een aantal ziekteverschijnselen lijkt op klassiek botulisme. Het bestaan van chronisch botulisme is echter controversieel. Duits wetenschappelijk onderzoek wijst vooralsnog op een multifactorieel symptomencomplex, waarbij voeding, huisvesting en/of management een rol spelen. Een relatie met C. botulinum of diens toxinen is niet onomstotelijk vastgesteld (Occurrence of Clostridium botulinum neurotoxin in chronic disease of dairy cows). Zie ook Langdurige gezondheidsproblemen op melkveebedrijven en “chronisch botulisme” zijn niet gerelateerd.

De symptomen van klassiek botulisme type C en D bij rundvee kunnen over het algemeen als "ascenderend" worden gedefinieerd, dat wil zeggen dat de verschijnselen zich uitbreiden van de staart naar de kop. Een vrij typisch symptoom is een slappe staart, vaak in combinatie met verlamming van de buikspieren. Naast verlamming van de poten kan eventueel verlamming van de tong worden waargenomen, In het laatste stadium kan veel schuim rond de neusgaten en de bek zichtbaar zijn.

Met name intoxicatie met type D kan epidemische vormen aannemen, waarbij de mortaliteit kan oplopen tot wel 80%. Het verloop van type B botulisme lijkt meer descenderend te zijn, met aanvankelijk verlammingen aan de kop (dysfagie, verlamming van de tong). Echter voor een definitieve diagnose is laboratoriumonderzoek vereist.

Diagnostiek

De laboratoriumdiagnostiek is gericht op het aantonen van toxines of op de bacterie zelf. Materialen die kunnen worden onderzocht zijn serum, pens- of darminhoud, lever en voermonsters. De bevestiging van de diagnose kan tegenvallen door het ontbreken van een typisch sectiebeeld en de beperkte kans op het aantonen van de toxines. Vaak is niet duidelijk wat de bron van de vergiftiging is en omdat besmetting van voer zeer lokaal kan zijn, valt diagnostiek van voermonsters in veel gevallen tegen.

Zie voor testen: Diagnostiek

Behandeling/preventie

Behandeling van de aangetaste dieren is vaak zeer teleurstellend en meer dan palliatieve zorg kan men niet bieden. Wanneer dieren niet meer kunnen staan is euthanasie geboden.

Pluimvee wordt beschouwd als een besmettingsbron voor botulisme bij rundvee. Het gebruik van pluimveestrooisel in runderstallen en uitrijden van pluimveemest op grasland wordt dan ook afgeraden.

In warme zomers kan botulisme de oorzaak zijn van explosieve sterfte onder watervogels. Dode watervogels kunnen worden gemeld aan het waterschap, zij laten de dieren onderzoeken op botulisme. Verwijder (wild)kadavers altijd uit het grasland.

Mag ik de melk leveren?

De mens is niet of nauwelijks gevoelig voor type C en D, maar wel voor toxine type B. Melk van zieke dieren mag uiteraard niet geleverd worden, maar melk van niet zieke dieren levert geen gezondheidsrisico op voor de consument, mits gepasteuriseerd. Aangetoond is dat door pasteurisatie toxine type B voldoende wordt geïnactiveerd. Zie ook The Case of Botulinum Toxin in Milk: Experimental Data.

In tegenstelling tot botulisme bij de mens, geldt geen meldplicht voor botulisme bij dieren.

Vaccinatie

Er bestaan geen medicijnen tegen botulisme bij dieren. Men kan alleen ondersteunende zorg bieden. Bij een uitbraak van botulisme onder rundvee of schapen kan overwogen worden om zo snel mogelijk te vaccineren. Het duurt minimaal een week voordat er bescherming optreedt, en bij een uitbraak hebben de dieren in de tussentijd al toxines binnengekregen. Het effect van vaccinatie tijdens een uitbraak is daarom beperkt, maar kan wel helpen om nieuwe gevallen te voorkomen. Er zijn geen vaccins geregistreerd in Nederland. Wageningen Bioveterinary Research (hierna: WBVR) heeft jarenlang voorzien in de Nederlandse behoefte aan botulismevaccins voor herkauwers. WBVR importeerde jarenlang de vaccins uit o.a. Zuid Afrika. In 2015 is de distributie van het vaccin uitbesteed aan Kernfarm (www.kernfarm.com), een veterinaire groothandel met een internationaal handel-, distributie- en registratie netwerk. Ondanks de inzet van Kernfarm is (Europese) registratie van dit vaccin tot nu toe niet gelukt en is het helaas sinds september 2021 niet meer mogelijk om vaccins te leveren. Er is op dit moment geen alternatief beschikbaar.

Wel is er de mogelijk mee te doen aan een onderzoek naar botulisme in Nederland. Voor dit onderzoek wordt een vaccin uit het buitenland beschikbaar gesteld, zie ‘Onderzoek naar botulisme’.

Voor paarden is er een vaccin op de markt, BotVax® B van de firma Neogen. Dit vaccin bevat toxoïd van C. botulinum type B, maar is uitsluitend geregistreerd voor gebruik in de VS. Voor nertsen zijn wel Europees geregistreerde botulisme vaccins beschikbaar.

Onderzoek naar botulisme

Wageningen Bioveterinary Research doet samen met Royal GD en de apotheek van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht onderzoek naar botulisme bij runderen. Hiervoor is eind 2023, in opdracht van het ministerie van LNV, een project gestart. Het onderzoek richt zich op aanwezigheid van botulisme en het in kaart brengen van risicofactoren in Nederland. Binnen dit onderzoek kunnen, onder bepaalde voorwaarden, wel vaccins (afkomstig uit het buitenland) worden ingezet.

De resultaten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt om de noodzaak voor toelating van een vaccins tegen botulisme te onderbouwen. Meer over het onderzoek naar botulisme is te lezen op de website van de Royal GD.