Preventie en bestrijding van de ziekte van Aujeszky

Preventie en bestrijding van de ziekte van Aujeszky

Na een succesvolle bestrijding is Nederland sinds 1 januari 2009 officieel vrij van de ziekte van Aujeszky.

Preventieve maatregelen focussen zich nu vooral op het voorkomen van insleep van het virus vanuit het buitenland. Dit houdt o.a. in dat alleen varkens geïmporteerd mogen worden uit andere vrije gebieden. Verder dienen transportwagens die terugkeren na het exporteren van varkens gereinigd en ontsmet te zijn voordat ze de grens overkomen.

In de preventie en bestrijding kunnen vier cruciale stappen onderscheiden worden, die allemaal belangrijk zijn om schade als gevolg van een uitbraak van de ziekte van Aujeszky zoveel mogelijk te beperken.

1) Voorkom insleep in Nederland

Voorkomen van insleep kan alleen maar door voorzichtig te zijn met mogelijk besmette dieren en producten uit het buitenland. De belangrijkste maatregelen daarvoor zijn:

  • Verbod op swill-voedering.
  • Reiniging en ontsmetting van veetransportwagens die uit het buitenland terugkeren.
  • Alleen importen van levende dieren, vlees en vleesproducten vanuit gebieden waar ZvA niet voorkomt.

2) Beperk verdere verspreiding in Nederland

Insleep van het virus zal in eerste instantie altijd onopgemerkt gebeuren. Er zullen altijd minimaal enkele weken zitten tussen het moment van introductie en de eerste diagnose. Bij onduidelijke ziektebeelden kan dat echter aanzienlijk langer zijn. In die fase kan het virus zich ongehinderd verder verspreiden naar andere bedrijven. Om dit zoveel mogelijk te beperken zijn onder alle omstandigheden maatregelen nodig:

  • Beperken van het aantal contacten tussen varkensbedrijven. Dit geldt niet alleen voor diercontacten, maar ook voor persoonscontacten en contacten via bijvoorbeeld mest, voer, vrachtwagens en andere materialen.
  • Veiliger maken van noodzakelijke contacten door (verplichte) bioveiligheidsmaatregelen.

3) Spoor een mogelijke besmetting snel op

Om een besmettelijke ziekte als de ziekte van Aujeszky in de kiem te smoren, is een snelle opsporing van een eerste nieuwe uitbraak essentieel. Een grote verantwoordelijkheid in dezen ligt bij de varkenshouder. Hij ziet zijn varkens elke dag en zal als eerste verdachte ziekteverschijnselen kunnen waarnemen. Het is daarbij wel essentieel dat snel de juiste vervolgstappen ondernomen worden om de ziekte in het laboratorium te bevestigen of uit te sluiten. Daarvoor bestaan er in Nederland enkele early warning programma’s waaruit een verdenking van de ziekte van Aujeszky kan ontstaan:

  • Melding van een verdenking aan de NVWA, door een varkenshouder of dierenarts, op basis van ziekteverschijnselen op het bedrijf.
  • Pathologische bevindingen bij sectie bij onder andere de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en enkele aangewezen dierenartsenpraktijken.
  • PCR bij WBVR op tonsillen van alle varkens die worden aangeboden voor sectie.

Daarnaast zijn varkensbedrijven in Nederland onderhevig aan een geregeld bloedonderzoek bij de varkens. Omdat de klinische verschijnselen lange tijd heel atypisch kunnen zijn, is het niet ondenkbaar dat op die wijze een eerste besmetting wordt vastgesteld.

Voor meer informatie over deze mogelijkheden zie pagina ‘Verdenking ziekte van Aujeszky (ZvA)'.

4) Bestrijd een uitbraak snel en efficiënt

Een behandeling van de ziekte is niet mogelijk, vaccinatie wel. Indien zich een uitbraak voordoet, zal de ziekte in Nederland bestreden worden middels vaccinatie. Dit zal door de NVWA worden georganiseerd. Hierbij wordt in een gebied met een straal van 10 kilometer rondom het besmette bedrijf gevaccineerd met een markervaccin. Besmette bedrijven in deze cirkel worden opgespoord, waarbij eventueel de vaccinatiecirkel kan worden uitgebreid. Als de virusverspreiding door de vaccinatie tot stilstand is gekomen, gaan de gezonde dieren van de besmette bedrijven vervroegd naar het slachthuis. Op de niet-besmette bedrijven wordt met bloedonderzoek bevestigd dat ze echt niet besmet zijn geraakt, waarna alle beperkingen zullen worden opgeheven.