Nieuws

Lichtpuntje aan einde catastrofaal broedseizoen grote sterns

article_published_on_label
2 september 2022

Dit jaar was er slechts één succesvolle broedkolonie grote sterns in de Nederlandse Waddenzee; op de Prins Hendrikzanddijk op Texel. Het is een funest jaar voor de grote sterns, waarbij door vogelgriep massale sterfte plaatsvond in kolonies rond de Noordzee. Het verwijderen van dode vogels uit besmette kolonies lijkt kansrijk voor de overleving en het broedsucces van onbesmette soortgenoten.

Op Texel was in mei-juni het complete broedseizoen op drie verschillende plekken door uitbraken van het vogelgriepvirus in de kolonies compleet mislukt. Zo’n 3.600 dode grote sterns zijn op het eiland geruimd, maar in totaal moeten er veel meer vogels zijn gestorven zoals op de Noordzee waar ze hun voedsel zoeken. Laat in de zomer wist zich echter alsnog een groep grote sterns op Texel te vestigen. Ze vonden een plek in het voor deze soort perfecte broedgebied Prins Hendrikzanddijk.

Zeshonderd paren broedende grote sterns

Medio juni ontdekten vogelonderzoeker Lieuwe Dijksen en boswachter Thomas van der Es van Staatsbosbeheer een doorstart van broedende grote sterns op Texel. Het is duidelijk geworden dat deze gebeurtenis een succesvolle afloop kent. Er hebben op de Prins Hendrikzanddijk rond zeshonderd paren grote sterns gebroed, en er werden circa driehonderd vliegvlugge kuikens aangetroffen. Deze late kolonie is volgens Thomas van der Es bijzonder en tevens een klein lichtpuntje in een jaar met alleen trieste zorgwekkende berichten over de grote sterns.

De sterns zijn gaan broeden op een plek op de zanddijk waar zich eerder enkele verspreide planten zoals zeekool en zeeraket hadden gevestigd. De bodem bestaat uit grof zand met schelpen. Bovendien is het gebied afgesloten voor recreatie en komen er vooralsnog geen bruine ratten. Ook eierrovende meeuwen of kuikens-etende kiekendieven hebben dit gebied nog niet ontdekt. Bedreigingen door predatie en verstoring zijn hier dus beperkt aanwezig.

Ringen en onderzoek vogelgriepvirus

Eind augustus is onder leiding van onderzoeker Mardik Leopold een ringactie uitgevoerd bij ruim vijftig van de laatste bijna vliegvlugge jonge grote sterns in de broedkolonie op de Prins Hendrikzanddijk. Een belangrijke onderzoeksvraag is of deze vogels besmet zijn met vogelgriep of misschien wel resistent zijn. Tijdens het ringen zijn uitstrijkjes van keel en cloaca genomen van de jonge grote sterns, vertelt Mardik Leopold. “Aan de hand van dit materiaal kan worden nagegaan of de jongen besmet zijn, maar helaas niet of ze eerder besmet zijn geweest en dus nu immuun zijn. Daarvoor hadden we bloedmonsters moeten afnemen om antistoffen op te sporen. Wel zijn enkele in deze succesvolle kolonie net gestorven jongen meegenomen voor virusonderzoek. Als deze dieren zouden zijn gestorven aan vogelgriep, kan dit na testen nog worden aangetoond.”

Jonge grote stern (foto: Thomas van der Es)
Jonge grote stern (foto: Thomas van der Es)

Vanuit beheer en bescherming is het interessant of deze grote sterns in leven blijven, en de komende jaren opduiken op Texel of in andere broedgebieden. De ringgegevens helpen om te bepalen of deze kuikens en hun ouders de komende jaren de populatie grote sterns op Texel weer kunnen doen toenemen.

Wel of niet ingrijpen

De vogelgriep komt jaarlijks in Nederland voor, maar meestal in de winter en dan vooral onder watervogels zoals eenden en ganzen. Daardoor wordt de besmetting ook overgedragen op andere wilde vogels die kadavers eten zoals bepaalde meeuwen en roofvogels. Dat er vogelgriep in de broedtijd onder zeevogels optreedt is een nieuwe ontwikkeling. Daarom wordt een deel van de dode vogels die worden gevonden ook onderzocht, om achter de doodsoorzaak te komen en de evolutie van het virus in wilde vogels in kaart te brengen.

Foeragerende grote sterns met op de voorgrond een net gekleurringde jonge vogel (Bron: Thomas van der Es)
Foeragerende grote sterns met op de voorgrond een net gekleurringde jonge vogel (Bron: Thomas van der Es)

Onderzoeker Mardik Leopold pleit ervoor om daar waar mogelijk vogelgriepslachtoffers in broedkolonies te ruimen. “De najaarstrek begint binnenkort en dan komen bijvoorbeeld diverse steltlopersoorten zoals kanoeten de Waddenzee bezoeken om op krachten te komen en/of te overwinteren. Net als bij de grote sterns, in hun dicht bezette broedkolonies, zou het virus ook bij steltlopers hard kunnen toeslaan, wanneer ze zich twee keer per dag verzamelen op hoogwatervluchtplaatsen. Bij laag water gaan de vogels dan weer het wad op om te foerageren. Op die hoogwatervluchtplaatsen kunnen dan achtergebleven dode vogels zonder verstoring worden geruimd, waardoor de hoeveelheid virus in hun omgeving wordt gereduceerd.” Maar deze situatie is voor iedere vogelsoort net iets anders. Dus moet er goed gekeken worden hoe verschillende soorten het best tegen het virus beschermd kunnen worden. In de meest ideale situatie hebben volgens Leopold beleidsmakers en terreinbeheerders straks slimme draaiboeken klaarliggen voor verschillende situaties waarin het virus opnieuw onder wilde vogels zou kunnen toeslaan.

Vogelgriepslachtoffers in andere regio’s

Elders zijn ook andere soorten zeevogels die in dichte kolonies broeden hard getroffen door de vogelgriep. Vooral uit Schotland komen aangrijpende beelden van grootschalige sterftes in kolonies van jan-van-genten en grote jagers. Ook daar gingen vogels zowel dood in de kolonie als op zee. Om een indruk te krijgen van de aantallen vogels die op zee gebleven zijn, verzamelen onderzoekers ook data op de Noordzee. Tijdens het internationale SCANS IV-onderzoek, waarbij vanuit vliegtuigen de afgelopen maanden grootschalige tellingen zijn verricht aan bruinvissen en andere walvisachtigen, zijn ook de drijvende, dode jan-van-genten geregistreerd. Die gegevens worden nu uitgewerkt, maar al wel is duidelijk dat het om zeer grote aantallen gestorven vogels moet gaan.