Nieuws
Agro-Vertrouwensindex nu ook voor biologische boeren
De Agro- Vertrouwensindex, die al sinds 2012 elk kwartaal het vertrouwen in de land- en tuinbouw meet, heeft voor het eerst ook een aparte index voor de biologische sector ontwikkeld. Met de nieuwe index wordt beoogd meer inzicht te krijgen in de overeenkomsten en verschillen tussen biologische en niet-biologische boeren als het gaat om het vertrouwen in het eigen bedrijf. Deze index is tot stand gekomen in opdracht van verzekeraar a.s.r. real estate.
De Agro-Vertrouwensindex wordt samengesteld uit twee indicatoren: de Stemmingsindex en de verwachtingen voor het eigen bedrijf voor de komende 2 à 3 jaar. Verder worden ondernemers gevraagd naar de afgelopen 12 maanden en hun verwachting voor de komende 12 maanden. De eerste Agro-Vertrouwensindex voor de biologische sector is over het eerste kwartaal van 2024 uitgekomen op 15,5 punt. Daarmee is het momenteel de sector met het meeste vertrouwen in het eigen bedrijf.
Het vertrouwen dat alle boeren en tuinders in hun onderneming hebben, is in het eerste kwartaal van 2024 met 2,5 punt gedaald ten opzichte van het vierde kwartaal van 2023. De Agro Vertrouwensindex komt op 0,4 punten. Dat is ongeveer 10 punten lager dan het langlopende gemiddelde. Twee keer eerder was de index lager. Dat was ten tijde van de uitbraak van corona en in het derde kwartaal van 2022 lag de index ook op een dergelijk laag niveau. Het boerenvertrouwen ligt hiermee ook nagenoeg op het (cijfermatige) nulpunt; dat wil zeggen er zijn nagenoeg evenveel positief als negatief gestemde ondernemers.
Onderliggende sectoren
Als naar de onderliggende sectoren wordt gekeken, geeft de Agro-Vertrouwensindex een divers beeld. In het eerste kwartaal van 2024 neemt het vertrouwen van vier subsectoren af terwijl bij twee subsectoren het vertrouwen toeneemt. Bij een sector is de verandering beperkt.
De Agro-Vertrouwensindex van de land- en tuinbouw wordt sterk beïnvloed door de melkveehouderij. In deze sector hebben de pessimisten momenteel de meerderheid en is de index nog niet eerder zo laag geweest. De index daalde van het nulpunt naar -7 punten in het eerste kwartaal van 2024. Hiermee is het de enige, gerapporteerde sector, met een negatief vertrouwen in het eerste kwartaal van 2024. Ook in de pluimveehouderij daalde het vertrouwen sterk (-9 punten). Met deze mutatie halveerde de index voor deze sector tot 9 punten. Ook de ondernemers in de akkerbouw kwamen tot een lager vertrouwen dit kwartaal. De index daalde 3,5 punt en kwam daarmee dichter bij het nulpunt uit op ruim 4 punten. Glastuinders maakten dezelfde beweging. Ook in deze sector was er een daling van het vertrouwen, de index daalde 3 punten, tot een kleine 7 punten.
Opengrondstuinbouw, varkenshouderij wel positief
In de opengrondstuinbouw was het verschil tussen de twee kwartalen beperkt. Het vertrouwen nam toe met een half punt tot bijna 12 punten. Een toename van de index met 10 punten in de varkenshouderij zorgde er niet voor dat het vertrouwen van deze ondernemers hoger uit kwam dan dat bij de biologische ondernemers. De Agro-Vertrouwensindex van de varkenshouderij bleef steken op een kleine 14 punten.
Stemmingsindex blijft wel goed
De Stemmingsindex van de land- en tuinbouw, die de huidige situatie op het bedrijf weergeeft, bleef wel goed. De index steeg met 1 punt naar 18 punten gemiddeld, maar bleef net onder het langlopende gemiddelde steken. Zoals wel vaker het geval is, bleek de stemming van de varkenshouderij sterk te muteren. Zo ook het eerste kwartaal van 2024. Dit keer waren ondernemers positiever dan een kwartaal eerder (Q4-2023). De index steeg 11 punten en hiermee kwam de stemmingsindex op bijna 37 punten. Hiermee is de stemming in deze sector momenteel goed te noemen.
Ook in de pluimveehouderij staat de index op een dergelijk hoog niveau. Met een index van 35 punten (+5 punten) ligt de Stemmingsindex voor deze sector, net als bij de varkenshouderij, sterk hoger dan het langlopende gemiddelde. De Stemmingsindex van de biologische sector steeg fors met 12,5 punt naar ruim 26 punten. Dat deze index hoger ligt dan het langlopende gemiddelde geldt ook voor de sectoren akkerbouw, opengrondstuinbouw en de glastuinbouw. Maar bij deze sectoren is het verschil een stuk kleiner.
De Stemmingsindex van melkveebedrijven ligt als enige juist sterk onder het langlopende gemiddeld. Met een index van 11 punten ten opzichte van 22 punten voor het langlopende gemiddelde. De index daalde dit kwartaal met ruim 5 punten. Ook in de glastuinbouw daalde de stemming met ruim 5 punten.
Zorgen eigen bedrijfssituatie voor de middellange termijn
De verwachting voor de komende 2 à 3 jaar die boeren en tuinders hebben voor hun bedrijf is naar beneden bijgesteld. De middellangetermijnverwachting, uitgedrukt in deze index, daalde met 5 punten naar -15. Het langlopende gemiddelde van 4 punten is hiermee ver uit zicht. Duidelijk is dat men voor de middellange termijn zorgen heeft over de eigen bedrijfssituatie. Vooral bij de grondgebonden sectoren zoals melkveehouderij en de akkerbouw is deze index laag.
In de akkerbouw daalde deze index met bijna 9 punten naar ruim -13 punten. Bij de melkveehouderij was eenzelfde daling zichtbaar, waardoor hier de index verder wegzakte naar ruim -22 punten. Overigens is deze index dit kwartaal bij alle sectoren negatief, de biologische sector uitgezonderd. Door een afname van bijna 20 punten bij de pluimveehouderij ligt hier de index nu op ruim -11 punten. Bij andere sectoren is de daling minder groot. De varkenshouderij is een uitzondering met een toename van het vertrouwen in dit kwartaal, na een sterke daling in twee voorgaande kwartalen.