Showcase

Stimuleren groente- en fruitconsumptie van jonge kinderen via kinderdagverblijven

Hoewel vrijwel iedereen weet dat groente en fruit eten gezond is, wordt er onvoldoende groente en fruit gegeten in Nederland. Omdat (ook) voor eetgewoonten ‘jong geleerd is oud gedaan’ geldt, zijn jonge kinderen een belangrijke doelgroep voor het aanleren van een gezond eetpatroon. Het kinderdagverblijf is een ideale setting om de groente- en fruitconsumptie bij jonge kinderen te stimuleren vanwege het grote bereik, de educatieve opvoedsetting en de rolmodelfunctie vanuit andere kinderen en de pedagogisch medewerkers.

Er zijn echter nog weinig praktische methoden beschikbaar voor pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijven om met de kinderen aan de slag te kunnen gaan om het eten van groente en fruit te bevorderen.

Doel

In deze casus hebben we samen met kinderdagverblijven, leveranciers en andere partijen bekeken welke methodes beschikbaar zijn en het meest effectief en haalbaar zijn binnen kinderdagverblijven om de groente- en fruitconsumptie van jonge kinderen te verhogen.

De centrale vraag van dit project was hoe de groente- en fruitinname van 1- tot 4-jarigen binnen en via kinderdagverblijven verhoogd kan worden.

Aanpak

Dit project bestond uit vier onderdelen. Het eerste onderdeel bestond uit 15 interviews met medewerkers van kinderdagverblijven, zodat de bestaande situatie rondom het eten van groente en fruit in kaart kon worden gebracht. Parallel hieraan werd een literatuurstudie verricht om te achterhalen welke methoden effectief zijn om de groente- en fruitconsumptie bij jonge kinderen te stimuleren. Als derde onderdeel werd een vragenlijstonderzoek uitgevoerd bij 71 kinderdagverblijf medewerkers. In deze vragenlijst beoordeelden de medewerkers elf methoden om kinderen (meer) groente en fruit te laten eten op verschillende aspecten: aantrekkelijkheid, implementatiegemak, verwachte effectiviteit, in hoeverre ze de methode al inzetten en of ze er meer mee zouden willen doen. Op basis van de resultaten uit deze eerste drie onderdelen, is een selectie gemaakt van vijf veelbelovende methoden om in te zetten op het kinderdagverblijf.

In het vierde onderdeel hebben 13 locaties zelf één van deze vijf veelbelovende methoden gekozen om mee aan de slag te gaan. Zij konden kiezen uit: herhaald aanbieden van onbekende groente- en fruitsoorten, moestuinieren, samen koken/bereiden van groente en fruit, spelenderwijs met groente en fruit bezig zijn en vaker/meer groente en fruit aanbieden. De gekozen methode werd minimaal 10 weken ingezet.

Resultaten: goed inzetbaar, eerder proeven en meer eetplezier

De methoden ’moestuinieren’ en ‘spelenderwijs bezig zijn met groente en fruit’ werden het vaakst gekozen, terwijl ‘vaker/meer groente en fruit aanbieden’ door geen enkele locatie gekozen werd. Pedagogisch medewerkers vonden de methoden over het algemeen plezierig en makkelijk om in te zetten én goed in te passen in hun dagelijkse bezigheden. Daarnaast ervaarden de pedagogisch medewerkers dat kinderen meer bereid waren om groente en fruit te proeven en meer plezier beleefden bij het eten van groente. Ouders waardeerden de inspanningen van de kinderdagverblijven om het eten van groente en fruit aan te moedigen en een kleine groep ervaarde zelfs positieve effecten thuis.

Publicaties


Deze casus is onderdeel van het project 'Implementatie van voedingsinterventies in intramurale zorginstellingen en horeca'.