Algemene informatie

Natuurlijke ontwikkeling in bos- en natuurgebieden is vanaf 1970 sterk in de belangstelling gekomen als gevolg van veranderde ecologische, maatschappelijke en economische inzichten. Met name de stormen in 1972 en 1973, waarbij grote oppervlakten bos omwaaiden, hebben de vraag naar meer ecologische kennis doen toenemen.

In 1987 besloot de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselvoorziening tot de instelling van de bosreservaten. Vooruitlopend op dit besluit zijn de eerste reservaten aangewezen in 1983; het zestigste en laatst aangewezen reservaat is Ossenbos in 2000. De meeste reservaten zijn beheerd totdat het gebied werd aangewezen als reservaat.

Ligging

De bosreservaten liggen verspreid in alle provincies met uitzondering van Zeeland. Gelderland, de provincie met het grootste areaal bos, heeft de meeste reservaten (12). Vrijwel alle reservaten liggen in grotere bos- en natuurgebieden. Uitzonderingen hierop zijn o.a. het Pilotenbos, onderdeel van het Amsterdamse bos (Gemeente Amsterdam) en bosreservaat Ossenbos in het Infanterieschietkamp Harskamp (Ministerie van Defensie).

image008.gif

Bostypen

De meeste bosreservaten zijn geheel of gedeeltelijk aangelegd als cultuurbos en beheerd tot het jaar van aanwijzing als bosreservaat. Vaak gaat het om een eerste generatie bos van douglas, grove den, lariks, eik of beuk. Maar ook ouder bos dat uit een tweede of zelfs derde generatie komt binnen de bosreservaten voor.

Enkele bosreservaten of delen ervan bestaat uit aangelegd bos waarin sinds de aanleg geen beheersingrepen hebben plaatsgevonden. Mattemburgh in Noord-Brabant is zo'n bos en ook delen van bosreservaat de Imboschberg.

Meestal komen er meerdere bostypen per reservaat voor. Niet altijd bestaat het bosreservaat alleen uit bos. De helft van het grote bosreservaat Imboschberg bestaat uit heide. De Slikken van Flakkee bestaat uit grote delen met struweel en ook de Duursche Waarden (gelegen in de uiterwaarden van de IJssel) zijn voor een groot deel (nog) niet met bos begroeid.

Oppervlakten

Het totale oppervlak van de 60 bosreservaten is 2900 ha. Hiervan ligt 28% in Gelderland; in Zuid-Holland ligt 16%, vooral dankzij het reservaat Slikken van Flakkee (323 ha) dat het grootste bosreservaat is. Het kleinste bosreservaat is Bekendelle (4.3 ha, dat in de provincie Gelderland ligt.

image004.gif

Beheer

Alle reservaten van het Programma Bosreservaten hebben met elkaar gemeen dat er geen beheer meer plaatsvindt. In de meeste reservaten is beheer pas gestaakt na aanwijzing. Voor aanwijzing was het beheer gericht op uitkap of kaalkap. Enkele reservaten kennen een lange periode van spontane ontwikkeling zoals Mattemburgh (niet meer beheerd sinds 1850) en Kijfhoek bij Wassenaar (sinds 1835). Kijfhoek is tevens een voorbeeld van bos dat spontaan is ontstaan zonder aanplant. Ook Tongerense Hei (Vaassen) is een spontane heidebebossing.

Andere spontaan ontstane bossen die nooit zijn beheerd zijn: Kampina in Noord-Brabant, Molenven in Overijssel.

Eigenaren

De reservaten die zijn aangewezen voor 1995 zijn in eigendom van Staatsbosbeheer, m.u.v. Rodaam (PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland). Na 1995 doen ook provinciale landschappen, Natuurmonumenten en diverse particuliere terreineigenaren mee. Staatsbosbeheer levert zowel qua aantal (39) als qua oppervlak (56%) de meeste bosreservaten. Natuurmonumenten levert 9 reservaten en 23% van het totale reservaatoppervlak. Alle overige eigenaren beheren elk één bosreservaat.

image006.gif