Buitenlandse referenties

Nederlandse bossen zijn over het algemeen jong en vaak intensief gebruikt. Om de natuurlijkheid van de bossen te kunnen beoordelen zijn natuurlijke referenties nodig.

Omdat de meest natuurlijke voorbeelden van de belangrijkste bostypen in Nederland niet aanwezig zijn, is een aantal bosgebieden in het buitenland als referentiebos geselecteerd en toegevoegd aan het monitoringprogramma. Zo zijn delen in Fontainebleau in Frankrijk aangemerkt als referentie voor Wintereiken-Beukenbossen, waarvan Pijpebrandje als meest natuurlijk voorbeeld voor Nederland geldt.

Dode wintereiken in Fontainebleau (links en midden). Rechts het New Forest in Zuid-Engeland
Dode wintereiken in Fontainebleau (links en midden). Rechts het New Forest in Zuid-Engeland

Ook in Frankrijk ligt Ile de Rhinau, een hardhoutooibos dat op een eiland in het stroomdal van de Rijn ligt, op de grens van Duitsland en Frankrijk onder Straatsburg.Het Hasbruch en het Neuenburger Urwald zijn twee voorbeelden van referentiebossen in Noord-Duitsland. In beide bosgebieden wordt de ontwikkeling in meer natuurlijke vertegenwoordigers van het Eiken-Haagbeukenbos en het Wintereiken-beukenbos gevolgd.Tot slot liggen in de New Forest in Zuid-Engeland nog enkele proefvlakken. Hier wordt de bosontwikkeling in Wintereiken-Beukenbossen en Eiken-Haagbeukenbossen onder invloed van begrazing bestudeerd.