Monitoring in de Steekproefcirkels

Om de monitoring te vergemakkelijken is in elk reservaat een denkbeeldig ruitennet aangebracht. Een deel van de ruitennetpunten is in het veld gemarkeerd met palen.


Een selectie van de punten vormen permanente meetpunten, de zogenaamde steekproefcirkels, elk met een oppervlak van 500m2. Hierin worden de vegetatie, de bosstructuur inclusief dood hout en verjonging op gestandaardiseerde wijze gemonitord.De kenmerken en positie van individuele bomen, levend of dood, dikker dan 5 cm dbh worden opgenomen. Bomen dunner dan 5 cm dbh en groter dan 50 cm, de verjonging, worden geteld.

De waarnemingen in diverse steekproeven tesamen leveren informatie over het reservaat als geheel. Het aantal steekproefcirkels is o.a. afhankelijk van het oppervlak van het reservaat. Naast de steekproefcirkels vindt ook monitoring van bos en vegetatie plaats in een zogenaamde kernvlakte.

overzichtreservaat1.gif

Aan de hand van het ruitennet wordt een vegetatiekartering van het bosreservaat gedaan, waarbij op dominerende soorten wordt gekarteerd en het voorkomen van individuele bijzondere soorten.