Nieuws

High-speed monitoring van koolstofverlies in regenwoud Afrika

article_published_on_label
7 maart 2022

Het succes van de internationale afspraken die tijdens de klimaattop in Glasgow zijn gemaakt, om in 2030 gestopt te zijn met ontbossing in de tropen, hangt af van bruikbare informatie over waar, wanneer en waardoor bossen veranderen. Een nieuwe studie, geleid door Wageningen University & Research, voorziet in een dataset over koolstofverlies in de regenwouden van Afrika. De data beslaan het hele continent. Ze geven zowel een sneller inzicht, als veel gedetailleerdere informatie over locatie dan ooit tevoren. Voor het eerst kunnen hotspots van koolstofverlies – een aanwijzing voor ontbossing – per maand worden gevolgd.

Het monitoren van de hoeveelheid koolstof in bosgebieden heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld, wat kan helpen bij het analyseren waar bos wordt verstoord. Maar gegevens over locatie en tijd zijn vaak ontoereikend. Dat beperkt de bruikbaarheid ervan bij het bewaken van de gezamenlijke voortgang van bos-gerelateerde klimaatdoelen. Dit is met name het geval bij veranderingen in de vochtige wouden in Afrika, waar nog veel onbekend over is en die nog niet goed worden gekwantificeerd.  

Koolstofverlies in Afrikaanse regenwouden in 2019 en 2020 (bron: Rapid remote monitoring reveals spatial and temporal hotspots of carbon loss in Africa’s rainforests)
Koolstofverlies in Afrikaanse regenwouden in 2019 en 2020 (bron: Rapid remote monitoring reveals spatial and temporal hotspots of carbon loss in Africa’s rainforests)

Koolstofverlies bijna in ‘real-time’ te volgen

In de nieuwe studie, die onlangs in Nature Communications is gepubliceerd, hebben de onderzoekers gebruik gemaakt van een ‘near-real-time’ alarmsysteem voor ontbossing. Dit systeem maakt gebruik van radarsatellieten die onder alle weersomstandigheden werken (zodat een wolkendek geen belemmering is). Het onderzoeksteam heeft deze informatie gecombineerd met een nieuwe kaart die gedetailleerd de verdeling van bosbiomassa over de hele wereld laat zien. Dr. Johannes Reiche, universitair hoofddocent bij Wageningen University & Research: "Op deze manier hebben we hotspots kunnen aanwijzen van waar en wanneer er tijdens het jaar koolstofverlies plaatsvindt. We hebben dit gedurende 2019 en 2020 in 23 landen geanalyseerd. Zo ontdekten we dat in de Centraal-Afrikaanse Republiek 75% van het totale jaarlijkse koolstofverlies plaatsvond in de eerste drie maanden van 2020. Terwijl de bossen van Madagaskar 89% aan koolstof verloren in de laatste vijf maanden van datzelfde jaar."

Seizoensgebonden variatie

Bosverstoringen kunnen diverse oorzaken hebben, wat de tijdelijke variatie in plaatselijk koolstofverlies verklaart. De onderzoekers ontdekten dat er in landen als Kameroen, Liberia, Nigeria, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Madagaskar jaarlijks een duidelijk verschil in koolstofverlies zichtbaar was tussen het natte en het droge seizoen. Door hun breedtegraad vertoonden de Republiek Congo en de Democratische Republiek Congo juist twee van zulke seizoensvariaties per jaar, die verschilden in intensiteit. Reiche: "Dit soort seizoensgebonden verschillen zijn te verklaren doordat bossen tijdens de droge maanden beter toegankelijk zijn. Activiteiten in het kader van kleinschalige landbouw en houtkap zijn dan makkelijker uitvoerbaar dan in het natte seizoen, als veel wegen onbegaanbaar worden."

Klik op de afbeelding om de animatie te bekijken, die plaatselijk koolstofverlies in de Republiek Congo laat zien door goudwinning (west), de aanleg van wegen ten behoeve van kapactiviteiten en selectieve bomenkap (oost)
Klik op de afbeelding om de animatie te bekijken, die plaatselijk koolstofverlies in de Republiek Congo laat zien door goudwinning (west), de aanleg van wegen ten behoeve van kapactiviteiten en selectieve bomenkap (oost)

Betere bewaking van voortgang klimaatdoelen

Het gedetailleerd in kaart brengen van koolstofverlies ten opzichte van locatie en tijd, geeft mogelijkheden voor een veel transparantere, tijdige en efficiëntere duiding van veranderingen in de hoeveelheid koolstof in bosgebied. Bijvoorbeeld op het niveau van concrete acties die het bos betreffen, zoals opsporing of het prioriteren van interventies ter plaatse. Maar ook voor een snellere inschattingen van de uitstoot van broeikasgassen, of bij het maken van vergelijkende analyses over grote gebieden, kan de nieuwe aanpak worden gebruikt - voor een hogere frequentie van informatie over koolstof in bossen. Nieuwe datasets kunnen gemakkelijk worden toegevoegd, en de methode is naar wereldwijde schaal uit te breiden. Reiche: "Dit biedt mogelijkheden voor een benchmarkbenadering, die het voor landen makkelijker kan maken om hun voorgang bij te houden van de in Glasgow en Parijs afgesproken klimaatdoelen”.