Nieuws

Aandachtspunten voor voedseleducatie in het MBO, HBO en WO

article_published_on_label
3 april 2023

Hoe worden jongvolwassenen binnen het onderwijs gestimuleerd om gezonde en duurzame eetgewoonten aan te leren? Welke initiatieven en programma’s bestaan er op het gebied van voedseleducatie en welke zijn het meest effectief? Wageningen University & Research deed er onderzoek naar en concludeert dat er geen gouden standaard is. In de praktijk kunnen meerdere aanpakken succesvol zijn, mits er rekening wordt gehouden met een aantal aandachtspunten.

Transitieperiode naar jongvolwassene

De overgang van adolescent naar jongvolwassene gaat gepaard met grote veranderingen en gewichtstoename komt in deze levensfase veel voor. Minder gezonde eetpatronen, minder lichaamsbeweging en minder ouderlijk toezicht dragen hieraan bij. Tegelijkertijd biedt zo’n transitieperiode ook kansen: een school, campus of universiteit kan interventies inzetten waarmee een grote groep jongvolwassenen gestimuleerd wordt om gezonde en duurzame eetgewoonten aan te leren.

Aanbod en effectiviteit van bestaande interventies

Het aanbod van voedseleducatieprogramma’s in en rond onderwijsinstellingen voor 18-24 jarigen is versnipperd en de effectiviteit is niet altijd duidelijk. Onderzoekers van Wageningen University & Research hebben daarom gekeken welke interventies er wereldwijd beschikbaar zijn in de wetenschappelijke literatuur. Daarnaast hebben zij Nederlandse praktijkinterventies verzameld en geanalyseerd. Tenslotte zijn er focusgroep gesprekken uitgevoerd met professionals en studenten om kansen en barrières te identificeren.

Grote verschillen in opzet en aanpak

Uit de wetenschappelijke literatuur kwamen 21 interventies naar voren, waarvan 33% een persoons-gerichte aanpak hadden en 67% een omgevingsaanpak. De meeste studies zijn uitgevoerd bij universiteitsstudenten in Noord-Amerika en waren gericht op gezonde voeding. De meeste interventies lieten positieve effecten zien op voedselkeuzes, voedselinname of verkoopgegevens. Vanuit de Nederlandse praktijk zijn 24 interventies gevonden, waarvan 40% een persoonsgerichte aanpak toepaste en 60% een omgevingsaanpak. Meer dan de helft van deze studies was gericht op gezonde voeding, 21% op duurzame voeding en 25% op de combinatie van gezond en duurzaam. Omdat de opzet en aanpak van de interventies sterk verschilden, kon er geen gouden standaard gevonden worden. Zowel online als offline persoonsgerichte interventies, en omgevingsinterventies lijken te werken.

Aandachtspunten voor succes in de praktijk

Vanuit de gesprekken met het werkveld en de resultaten uit de onderzoeken zijn acht aandachtspunten naar voren gekomen die het succes van een interventie bepalen:

  1. Betrek jongvolwassenen - weet wat er bij hen leeft en wat hun behoeften zijn;
  2. Begin klein en breid stap voor stap uit – zorg daarbij voor meerjarenplannen met continue agendasetting;
  3. Zorg voor één of meerdere kartrekkers binnen de onderwijsinstelling;
  4. Richt je niet alleen op het individu, maar ook op de omgeving;
  5. Maak een vertaalslag naar de lokale situatie – houd rekening met culturele en regionale context;
  6. Maak duurzame en gezonde voeding onderdeel van het schoolbeleid en faciliteer met tijd, mankracht en materialen;
  7. Focus op zowel duurzame als gezonde voedingsgewoonten en evalueer de effecten voor beide uitkomsten;
  8. Ga uit van eerder toegepaste effectieve aanpakken.

Meer informatie?

De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het rapport: Inventarisatie voedseleducatie leeftijdsgroep 18-24 jaar.

Het onderzoek is uitgevoerd door Wageningen Food & Biobased Research, in samenwerking met de leerstoelgroep Consumptie & Gezonde Leefstijl (Wageningen University & Research) en het Steunpunt Smaaklessen & EU-Schoolfruit. Het project is gefinancierd door het Ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit en sluit aan bij het programma Jong Leren Eten. Meer informatie over dit programma is te vinden op www.jonglereneten.nl.