Nieuws

Monitor geeft eerste indicatie van herkomst van diervoedergrondstoffen

article_published_on_label
15 april 2023

In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft Wageningen Livestock Research (WLR) een monitor voor de herkomst van diervoedergrondstoffen opgezet. Hiermee wil LNV inzicht krijgen in de herkomst (Nederland, geografisch Europa, buiten geografisch Europa) van de grondstoffen voor mengvoeders voor landbouwhuisdieren. De ontwikkelde monitor is nu nog onvoldoende robuust voor het inzichtelijk maken van trends.

In de kringlooplandbouwvisie van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is het doel opgenomen om kringlopen in 2030 op het kleinst mogelijke niveau te sluiten. Om zicht te hebben op het behalen van deze doelen, heeft Wageningen Livestock Research (WLR) een monitor opgezet die de herkomst van grondstoffen voor diervoeders weergeeft. De monitor richt zich op de herkomst (Nederland, geografisch Europa, buiten geografisch Europa) van de grondstoffen voor mengvoeders en rechtstreeks aan veehouders geleverde droge losse grondstoffen voor landbouwhuisdieren.

Resultaten 2019 en 2020

In de monitor wordt op basis van verschillende methoden het gebruik aan grondstoffen voor mengvoerders ingeschat. Op basis van de per grondstof bepaalde hoeveelheid en herkomst kwamen de grondstoffen voor 2019 en 2020 voor circa 10% uit Nederland, 67% uit geografisch Europa en 23% van buiten geografisch Europa. Tussen de gebruikte methodes varieert de schatting van de herkomst in de ordegrootte van 2 tot 4%. De uitkomsten van de ontwikkelde monitor duiden op een hoger aandeel grondstoffen uit geografisch Europa (circa 67 vs. 55-60%) en een lager aandeel van buiten Europa (circa 23 vs. 33-35%) in vergelijking met eerdere onderzoeken.

Totale rantsoen in beeld

Een aanzienlijk deel van het rantsoen van landbouwhuisdieren, met name voor herkauwers en varkens, bestaat uit ruwvoeders en natte bijproducten die veelal uit Nederland en omringende landen afkomstig zijn. Wanneer dit in de berekening wordt meegenomen, en de herkomst van het totale rantsoen wordt beoordeeld, dan komen de eerdergenoemde getallen in een ander perspectief te staan. De herkomst van het totaal aan diervoedergrondstoffen (op droge stof niveau) wordt dan circa 49% voor Nederland, circa 38% voor geografisch Europa en circa 13% voor buiten geografisch Europa.

Aannames en onzekerheden

Volgens WLR brengt deze monitor nog onzekerheden met zich mee die in acht moeten worden genomen bij het interpreteren van de resultaten. De monitor is gebaseerd op aannames, die per jaar kunnen variƫren. Daarnaast wordt elke grondstof op dit moment individueel beoordeeld door de resultaten van de drie methodes met elkaar te vergelijken, waarna door de onderzoekers is ingeschat welke methode de daadwerkelijke gebruikshoeveelheid het best representeert.

Vanwege de aannames en onzekerheden is de monitor op dit moment nog onvoldoende robuust om meerjarige trends in de herkomst van diervoedergrondstoffen vast te stellen. Daarom adviseert WLR om in overleg met sectorpartijen na te gaan hoe deze monitor verbeterd kan worden door beter gebruik te maken van de beschikbare gegevens uit de diervoedersector.