De eerste dagen veld- en labwerk

Het was een prima dag om het water op te gaan met lichte bewolking en vrij weinig wind. Doel van dit verkennend onderzoek is om een eerste beeld te krijgen in hoeverre vormen van lokaal menselijk gebruik effect hebben op de dieren die in de zeebodem zitten.

Vanaf de boot hebben we met een happer zand uit de bodem van de haven en vroegere haven van de koolmijn gehaald en in potjes gedaan. Omdat we nog niet eerder veldwerk hier op Spitsbergen hebben gedaan, het fjord heel diep is en de bodem uit allerlei soorten materiaal kan bestaan (klei, zand, steentjes, rotsen) was het nog een verrassing wat er uit de happer zou komen. Gelukkig was dit, zoals gehoopt, fijn en wat kleiig materiaal. Dat is heel geschikt om metingen aan te doen. Ook de dieren die mee omhoog kwamen, zoals schelpdieren en wormen, hebben we gesorteerd en per soort in potjes gedaan. De potjes nemen we mee terug naar Nederland om hierin te meten hoeveel vervuiling er in zit. Vanmiddag gaan we naar een ongestoorde plek aan de andere kant van het fjord om materiaal te verzamelen. Zo kunnen we straks vergelijken in hoeverre de haven en mijnactiviteiten van vroeger tot verschillen leiden in gehalten aan vervuilende stoffen in de zeebodem en dieren, die hierin leven. Het weer is zo mogelijk nog mooier dan woensdag met een bijna strak blauwe lucht en geen wind...

Gistermiddag hebben we ons eerste overleg gehad met een groep Noorse wetenschappers. Ze hebben ons een rondleiding gegeven op het laboratorium voor zeeonderzoek en we hebben de mogelijkheden verkend om onze onderzoeksprojecten met elkaar te kunnen verbinden. Er zijn genoeg perspectieven. Vandaag zijn we bezig met de voorbereiding voor de eerste dag veldwerk van morgen.
Daarover de volgende keer meer...