
Nieuws
NWO ondersteunt vogelgrieponderzoek op Noord- en Zuidpool
Het Polarflu-project, een project dat onderzoek doet naar vogelgriep op de beide polen, krijgt financiële ondersteuning van NWO in het kader van het Nederlands Polair Programma. Dat maakte NWO op 29 april bekend. Polarflu is een initiatief van Erasmus MC met Wageningen Bioveterinary Research en Wageningen Marine Research (beide onderdeel van Wageningen University & Research) als partners.
Het Nederlands Polair Programma van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijke Onderzoek (NWO) financiert wetenschappelijk onderzoek in en naar de poolgebieden. In deze gebieden heeft vogelgriep herhaaldelijk diverse soorten vogels en wilde zoogdieren getroffen. Het project Polarflu is erop gericht inzicht te krijgen in de aanwezigheid van het vogelgriepvirus en de verschillende subtypen op de Noord- en Zuidpool.
Vanwege de afgelegen locaties en de moeilijke toegankelijkheid van de poolgebieden is onbekend welke varianten van het virus daar aanwezig zijn en of er verschillen zijn tussen de beide poolgebieden. “Met een serologische methode kunnen we terugkijken naar eerdere blootstellingen aan verschillende subtypen van vogelgriep bij deze vogels. Ook is het mogelijk zo de immuniteitsniveaus binnen de populaties te beoordelen”, vertelt Monika Ballmann, vogelgrieponderzoeker bij Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) en hoofd van het Nationaal Referentie Laboratorium Vogelgriep.
Monstername
Voor het verzamelen van monsters maken de initiatiefnemers van Polarflu gebruik van bestaande expedities en vogelonderzoekers die al actief zijn in de poolgebieden. “Wageningen Marine Research heeft een uitgebreid netwerk van experts in beide poolgebieden waarvan we met het project Polarflu gebruik kunnen maken voor het bemonsteren van vogels en eventueel zoogdieren”, aldus Ballmann.
De eerste monsters vanaf de Zuidpool worden eind 2025 genomen. Op de Zuidpool zal de aandacht vooral uitgaan naar dode vogels en zoogdieren die door expedities en excursies in het gebied worden aangetroffen. In de lente/zomer, de tijd van het broedseizoen, wordt op de Noordpool gebruik gemaakt van de expertise van vogelonderzoekers die dieren vangen en ringen, voordat ze weer worden losgelaten. Bij deze gelegenheid worden de komende drie jaar ook monsters genomen van de vogels om zowel de aanwezigheid van het vogelgriepvirus als hun immuniteit tegen het virus vast te stellen.
Vanuit Erasmus MC buigen onderzoekers onder leiding van Thijs Kuiken zich over de genoomsequentie van de gevonden virussen. Ook doen zij pathologisch onderzoek bij aangetroffen dode dieren. Binnen het project, zal WBVR de serologie verzorgen, dat wil zeggen het immuniteitsniveau in de vogelpopulatie.
PolarFlu heeft een looptijd van drie jaar en wordt vanuit NWO met 500.000 euro ondersteund. Naast Erasmus MC en Wageningen University & Research dragen ook het Arctisch centrum van de Rijksuniversiteit Groningen en acht IJslandse onderzoeksinstituten bij aan het onderzoek.