Visserijbeheer: vangstadviezen en visquota

Wageningen Marine Research heeft de wettelijke taak om bij te dragen aan advies over een duurzaam beheer van de visstanden. Het maken van bestandsschattingen is daarbij onze belangrijkste taak. Dit doen we in opdracht van de Nederlandse overheid. Onze onderzoekers werken hiervoor in internationaal verband via de International Council for the Exploration of the Sea (ICES).

  • blue-whiting-IMG_20160403_233248.jpg

Beleidsmakers hebben bestandsschattingen nodig om vast te kunnen stellen hoeveel vis er van een bepaalde soort in een jaar gevangen mag worden. Daarnaast hebben ze als doel om terug te kijken of het gevoerde visserijbeheer goed is geweest. Op basis van bestandsschattingen geeft ICES voor 200 soorten vangstadviezen. Daarmee stellen de Europese lidstaten vervolgens visquota voor het volgende jaar op.

Hoe komen vangstadviezen tot stand?

Wettelijke onderzoekstaken

Om betrouwbare bestandsschattingen te doen, combineert Wageningen Marine Research verschillende typen onderzoek. Zo voeren we elk jaar surveys met onderzoeksschepen uit om in vastgestelde gebieden langjarige metingen te doen. De resultaten van deze surveys combineren we met bemonsteringen van de aanvoer van de visserij; zelfbemonsteringen door vissers en marktbemonsteringen van de visafslag. Daarbij onderzoeken we de monsters en stellen we in ons lab kenmerken als geslacht, lengte, gewicht en leeftijd van vissen vast. De wettelijke onderzoekstaken worden uitgevoerd vanuit het Centrum voor Visserijonderzoek (CVO).

Statistische modellen

Al deze onderzoeksgegevens vertalen we in statistische modellen. Hiermee schatten we allereerst hoeveel vis er de afgelopen jaren in zee heeft gezeten. We gebruiken de modellen daarnaast om te voorspellen hoe visbestanden zich de komende jaren onder bepaalde beleidskeuzes gaan ontwikkelen. We doen dit bijvoorbeeld voor economisch belangrijke soorten als haring, schol, makreel en tong.

Data-limited stocks

Voor veel soorten geldt dat het te duur is om via surveys met onderzoeksschepen bestandsschattingen te doen. Dit noemen we data-limited stocks. Denk bijvoorbeeld aan tarbot en griet, haaien en roggen. We kunnen dan niet een zekere schatting van de absolute bestandsomvang maken. Vaak zijn er wel andere onderzoeksgegevens bekend, zoals langjarige trends in vangsten, biomassa en jonge aanwas. Op basis daarvan is het vaak toch mogelijk te voorspellen hoe een bepaald visbestand zich zal ontwikkelen.

Samen met de visserijsector zoeken we via onderzoeksprojecten naar nieuwe technieken om over meer nauwkeurige gegevens van deze ‘gegevensarme’ bestanden te kunnen beschikken.

Schepen volgen via satelliet en analyse van visserijgebieden

Ook kunnen onze onderzoekers individuele vangstdata uit logboekgegevens van vissers koppelen aan gegevens die zijn verzameld via het Vessel Monitoring Systeem (VMS). Dit systeem verzamelt informatie over waar een schip aan het vissen was. Wageningen Marine Research heeft toestemming om deze data van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) voor onderzoek te gebruiken. Door de data uit deze bronnen te combineren kunnen we de economische en ecologische impact bepalen van bijvoorbeeld het sluiten van een bepaald gebied voor vissers op de Noordzee.