Nieuws

Wintersterfte honingbijen niet anders dan vorig jaar

article_published_on_label
1 mei 2018

Dit jaar is ongeveer 84% van de honingbijenvolken de winter goed doorgekomen. Dit is vergelijkbaar met het percentage van 86% de winter daarvoor.

Bram Cornelissen, onderzoeker van Wageningen University & Research: "Er is meer bewustwording van de gezondheid van de bijen maar of dat een verklaring is voor deze cijfers kunnen we niet zeggen. Er zijn meerdere oorzaken die kunnen leiden tot sterfte. Ziektes, kwaliteit van bijenhouden, gewasbeschermingsmiddelen, voedsel voor bijen. De cijfers over de sterfte vind ik nu nog niet verontrustend maar we moeten wel alert blijven en de vinger aan de pols houden."

Parasitaire mijt

Bert Berghoef, voorzitter van de Nederlandse BijenhoudersVereniging (NBV): "Ik ben blij dat er bij 55% van de imkers álle volken de winter overleefd hebben. De bijenhouderij kampt al 50 jaar met een parasitaire mijt (Varroa destructor) die in combinatie met voor honingbijen levensbedreigende virussen een belangrijke oorzaak is van wintersterfte. Er zijn goede methoden waarmee de mijt en dus ook de virussen die het overdraagt onder controle te houden is. Berghoef: "Onze imkers zijn steeds beter getraind in varroabestrijding."

Honingbijen met parasitaire varraomijt
Honingbijen met parasitaire varraomijt

Imkers

Voor dit onderzoek is een groot aantal imkers willekeurig geselecteerd van de ledenlijsten van de NBV en Imkers Nederland en benaderd met een digitale enquête. In de enquête geven de imkers aan hoeveel volken de winter ingaan en er weer uit komen. Dit jaar hebben daaraan 763 imkers meegedaan, die 5570 volken hebben, waarvan 4695 de winter goed zijn doorgekomen. De enquête is uitgevoerd door Naturalis en Wageningen University & Research in samenwerking met de Nederlandse BijenhoudersVereniging en Imkers Nederland.

Koos Biesmeijer, wetenschappelijk directeur van Naturalis en coördinator van het onderzoek: "We blijven onderzoek doen naar de oorzaken van deze sterfte en daarover rapporteren we voor de zomer."

Dit onderzoek is onderdeel van het Honingbijen Surveillance Programma, dat wordt uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Het onderzoek wordt voor 51% gefinancierd door het Ministerie van LNV en voor 49% door Nefyto (Nederlandse Stichting voor Fytofarmacie).