Nieuws

Klimaatbestendige landbouw in de verziltende kustdelta van Nederland

article_published_on_label
7 februari 2022

Zoet water in het Nederlandse kustgebied is schaars. Door klimaatverandering en verzilting staat de beschikbaarheid van zoet water nog verder onder druk. Dit is een probleem voor de land– en tuinbouw in kustgebieden, vooral in droge zomers. In het project AGRICOAST wil een consortium van WUR, TU Delft, bedrijven en maatschappelijke organisaties de zoetwaterbeschikbaarheid in het Nederlandse kustgebied vergroten. Het project heeft hiervoor van NWO een beurs van 1.5 miljoen euro toegekend gekregen waarmee 5 promovendi worden aangesteld.

Het doel van AGRICOAST is om zowel de beschikbaarheid van zoet water te vergroten als het efficiënt gebruik ervan te bevorderen door een combinatie van technologische innovaties, innovaties op het gebied van waterbeheer en vernieuwende beleidspakketten.

Field labs

Het project illustreert mooi hoe de ‘groene’ WUR en ‘blauwe’ TU Delft elkaar aanvullen: in verschillende Field Labs (waaronder op Texel en in het Lauwersmeer gebied) wordt in samenwerking met boeren en o.a. Acacia Water onderzocht hoe infiltrerend regenwater beter kan worden vastgehouden in de (landbouw) bodem d.m.v. peilgestuurde drainage. Daarnaast vindt onderzoek plaats naar opschaling van wateropslag in de diepere ondergrond. Hier wordt een combinatie gemaakt met voorzuivering van het te infiltreren zoete maar vervuilde drainage water, om zowel de beschikbaarheid als de kwaliteit te verbeteren.

Om de efficiëntie van zoetwatergebruik te verhogen wordt in dezelfde Field Labs onderzoek gedaan naar ondergrondse irrigatie van gewassen d.m.v. het drainage systeem (subirrigatie); naar het slimmer doorspoelen met zoet IJsselmeer water van polders die verzilten door zoute kwel; en naar gecombineerde zout en droogte stress bij gewassen (door WUR) zodat irrigatie alleen wordt toegepast wanneer nodig.

“Vanuit onze expertise op het gebied van experimentele en modelmatige benaderingen van de ecofysiologie van de aardappel willen we graag een bijdrage leveren aan het optimaal benutten van beschikbaar water, juist in gebieden waar verzilting een steeds groter probleem begint te worden”, zegt hoogleraar gewasfysiologie Paul Struik van WUR.

Pilots opschalen met serious game

Field labs opereren vaak buiten het reguliere beleidskader, waardoor toepassing op grote schaal beperkt blijft en de overgang naar een daadwerkelijk klimaat adaptief systeem stagneert. Een promovendus onder leiding van de Delftse wetenschappers Ellen Minkman, Wijnand Veeneman en Leon Hermans zal onderzoek doen naar manieren om deze pilots desondanks op te schalen met behulp van een serious game. Deze serious game –die wordt ontwikkeld met behulp van het Game Lab van de TU Delft– onderzoekt hoe nieuwe bestuurlijke interventies waterschappen en andere overheden kunnen ondersteunen in de beleidsvorming voor een klimaatadaptieve land- en tuinbouw.

Het consortium

Betrokken onderzoekers zijn:

  • Hannah Schneider, Paul Struik – Wageningen University & Research
  • Boris van Breukelen, Edo Abraham, Kim Lompe, Olivier Hoes, Mark Bakker – TU Delft – afdeling Water Management - Faculteit Civiele Techniek & Geowetenschappen
  • Ellen Minkman, Wijnand Veeneman, Leon Hermans – TU Delft – Multi Actor Systems van Faculteit Techniek, Bestuur & Management

Naast WUR en TU Delft bestaat het consortium uit de volgende bedrijven en maatschappelijke organisaties: Acacia Water, Stichting Hagelunie, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest, STOWA, Broere Beregening, Field Factors, Van Leeuwen Trenchless Technology, P2, Deltares, LTO-Noord, The Potato Valley, Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw, Greenport Boskoop, en verschillende boerenbedrijven waaronder Mts van der Ploeg-Rispens, VOF Langeveld, en landbouw bedrijf Arends.

AGRICOAST

Het project AGRICOAST wordt geleid door TU Delft en wordt gefinancierd door NWO vanuit het programma ‘Klimaatrobuuste productiesystemen en waterbeheer’. Dit is een call binnen de hoofdlijn MISSIE van het Kennis- en innovatieconvenant (KIC) 2020-2023, dat erop is gericht onderzoek te stimuleren naar integrale oplossingen voor klimaatbestendige agrarische productie passend binnen de regionale bodem- en watersystemen, waarbij ook aandacht is voor de maatschappelijke aspecten. De interdisciplinaire onderzoeksprojecten hebben een maximale looptijd van zes jaar en gaan medio 2022 van start.