Project

Emissies van ammoniak, geur, broeikasgassen en stof uit varkensstallen met opvang van mest in een ammoniak- en geurvrije vloeistof

De aanpak van emissies uit stal en opslag, heeft als doel om innovatieve technieken en maatregelen in stal, mest en verwerking voor emissiereductie te ontwikkelen en in de praktijk te implementeren, zodat de reductieopgaven in 2030 zijn gehaald. Het LNV onderzoeksprogramma Stal en Opslag bestaat uit Meten en monitoring (E) onderzoek (F), pilots en demos (G) en communicatie (H). Uit onderzoek moet blijken welke reductietechnieken werken en hoeveel emissiereductie dit oplevert.

Naast onderzoek gericht op nieuwe stallen wordt ook gekeken naar kosteneffectieve aanpassingen aan bestaande stallen. De effecten van de reductieopties zullen in de praktijk worden getoetst en gedemonstreerd op pilotbedrijven en demobedrijven. Om te komen tot implementatie van reductiemaatregelen wordt kennis over nieuwe en bestaande maatregelen verspreid onder de doelgroep van veehouders en erfbetreders. De aanpak levert handelingsperspectief voor veehouders om emissies te reduceren en zetten aan tot toepassing. Dit onderzoek (F) meet de emissies van een emissiearm spoelsysteem voor de varkenshouderij in praktijkstallen, alsmede van de installatie waar de emissiearme spoelvloeistof gemaakt wordt.  

Drie varkenshouders willen de ammoniak- en geuremissie bij de bron aanpakken. Deze bedrijven willen bestaande stallen aanpassen en/of nieuwe stallen bouwen. Het streven is om te voldoen aan de provinciale eisen van een minimale reductie van ammoniak van 85%. Hiervoor willen deze bedrijven een aanvullende techniek installeren. Het belangrijkste principe van deze techniek is dat de verse mest wordt opgevangen in een ammoniak- en geurvrije vloeistof. Na aflaten van de verdunde mest wordt het mestkanaal nagespoeld met de ammoniak- en geurvrije vloeistof, zodat er geen mestresten achterblijven in het mestkanaal. Deze ammoniak- en geurvrije vloeistof is verkregen na een primaire scheidingsstap en biologische zuivering van de dunne fractie. Naast vermindering van de emissies uit de mestkelder, zullen de emissies tevens worden beperkt via optimale klimatisering en hokinrichting en door toepassing van metalen driekantroosters.

Samenwerking

In dit project zijn in een samenwerking tussen deze bedrijven, DLV-advies en Wageningen Livestock Research (WLR), optimale stalontwerpen gemaakt voor alle categorieën varkens (vleesvarkens, gespeende biggen, drachtige zeugen, kraamzeugen, opfokzeugen) die de emissies, van vooral ammoniak, geur en methaan, naar verwachting sterk reduceren. Indien alle vergunningen rond zijn zullen de stallen worden verbouwd / gebouwd. Na een indraai- en optimalisatieperiode, waarbij de emissies al zullen worden gemeten, zullen de stallen vervolgens volgens officieel protocol worden bemeten op de emissies van ammoniak, geur, broeikasgassen (CH4 en N2O) en fijnstof (inclusief endotoxine). Emissies kunnen ook optreden bij primaire scheiding van de mest en bij de mestbehandeling voor de productie van de ammoniak- en geurvrije vloeistof. Uit onderzoek blijkt dat uit de biologie voor de zuivering van de mestvloeistof met name stikstofcomponenten kunnen emitteren. Dit is voor een groot deel stikstofgas (N2), maar kan voor een deel ook lachgas (N2O) zijn. Omdat bij minder goed functioneren van de biologie ook andere emissies (ammoniak, geur, methaan) kunnen optreden, zullen de emissies van ammoniak, geur, methaan en lachgas zowel vanuit de mestscheidingsruimte als vanuit de ruimte van de biologie worden gemeten.

Publicaties