Nieuws

Antilichaamdetectie van Chlamydia-soorten in kippenserum

Published on
5 mei 2023

Aviaire chlamydiose is een bacteriële infectie die wordt veroorzaakt door Chlamydia-bacteriën. De nu beschikbare testen onderscheiden Chlamydia-soorten op basis van genetisch materiaal. Onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) ontwikkelden een test die op basis van antilichamen aanwezig in bloed van dieren kan vaststellen met welke Chlamydia-soort het dier is of was geïnfecteerd.

Chlamydia-bacteriën zijn gramnegatieve, intracellulaire bacteriën. Het bacteriegeslacht kent momenteel veertien soorten, elk met een eigen voorkeursgastheer. Een aantal van deze soorten kunnen niet alleen ziekte veroorzaken bij hun voorkeursgastheren, maar hebben ook zoönotisch potentieel. De beruchte zoönotische soort Chlamydia psittaci is gevonden in honderden vogelsoorten, waaronder pluimvee. Deze bacterie kan bij mensen een ernstige vorm van longontsteking veroorzaken, bekend als papegaaienziekte.

Soorten onderscheiden

C. gallinacea en C. psittaci kunnen vogels infecteren, maar beide soorten verschillen in epidemiologie en zoönotisch potentieel. Het is daarom belangrijk diagnostische hulpmiddelen te hebben die in pluimvee detectie en onderscheid tussen de soorten mogelijk maken. De beschikbare testen zijn gebaseerd op moleculaire methoden (DNA). Deze testen geven alleen informatie over de huidige infectiestatus van dieren, en werken alleen als er voldoende bacteriën in de genomen monsters aanwezig zijn.

Onder leiding van Marloes Heijne en Fimme Jan van der Wal* onderzocht een team van WBVR of het mogelijk is om een test voor pluimvee te ontwikkelen voor de detectie van antilichamen tegen Chlamydia-soorten. “Serologie is geschikt voor het monitoren van koppels, omdat antilichamen lang aanwezig blijven na een infectie”, legt Heijne uit. “Op dit moment is voor Chlamydia-serologie geen differentiërende test beschikbaar.”

Nieuwe test

Om differentiërende serologie mogelijk te maken, werd een suspension array ontworpen, met peptiden als antigenen. Deze peptiden zijn afgeleid van bekende immunoreactieve Chlamydia-eiwitten. Voor de meerderheid van deze peptiden is soortspecifieke seroreactiviteit in zoogdiersera beschreven in de literatuur. Voor de suspension array werden de peptiden op verschillende gekleurde bolletjes gezet, waarvan een mix aan serum werd toegevoegd om de soort-specifieke antilichamen in te vangen. “In feite werkt een serologische suspension array niet anders dan een ELISA, alleen doe je meerdere ELISA’s voor één monster tegelijkertijd in één reactie, en lees je de test uit met een speciaal apparaat, een Luminex”, legt Heijne uit. Met een aantal aanvullende maatregelen werd de test geschikt gemaakt voor gebruik in meerdere diersoorten. “In onze studie hebben we laten zien dat een aantal peptiden, die in de literatuur zijn gebruikt als antigenen voor Chlamydia-serologie in zoogdieren, ook werken voor detectie en differentiatie van antilichamen tegen de twee voor pluimvee belangrijke Chlamydia-soorten.”

Conclusies

De suspension array kan antilichamen tegen vier verschillende Chlamydia-soorten in sera van muizen identificeren. De test is ook in staat om onderscheid te maken tussen antilichamen tegen C. psittaci en C. gallinacea in sera van kippen. Omdat de reactiviteit van kippensera niet hetzelfde was als die van muizen, waren signalen van kippensera uit het veld moeilijk te interpreteren. Dit is omdat er onvoldoende goed karakteriseerde kippensera waren voor het evalueren van de seroreactiviteit van de peptiden. “Niettemin komen de testresultaten van veldsera overeen met gepubliceerde gegevens over het voorkomen van C. gallinacea in Nederlandse legkippen. Hiermee hebben we aangetoond dat het concept van de door ons ontwikkelde serologische test werkt.”

* WBVR-onderzoeker Fimme Jan van der Wal is eerste auteur van het wetenschappelijke artikel waarop dit artikel is gebaseerd dat is gepubliceerd in Veterinary Research (2023)54:31