Project

Uitvoering Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) voor zeevisserij

Eén van de onderdelen in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) is een aanlandplicht. Tot 2015 moeten vissers alles in de vangst wat niet geschikt is om te verkopen terugzetten in zee. Dat verandert met de aanlandplicht: vissers moeten per 2015 vangsten van bepaalde commerciële soorten juist in zijn geheel aanlanden. Dit gaat niet voor alle visserijen tegelijk in: de aanlandplicht wordt gefaseerd ingevoerd. De aanlandplicht gaat in op 1 januari 2015 voor de pelagische visserij (op schoolvormende soorten als haring en makreel) en op 1 januari 2016  voor de visserij op schol en tong. De aanlandplicht is een van de speerpunten uit het herziene GVB en landen moeten zelf regionaal invulling geven aan de uitvoering.     

De (AP) ging van start in 2015. Eerst voor de pelagische visserij en daarna vanaf januari 2016 wordt deze gradueel (per soort en visserij) ingevoerd voor de demersale visserij. Vissers moeten onder de AP alle vangsten van bepaalde commerciële soorten in zijn geheel aanlanden. De aanlandplicht is een van de speerpunten uit het nieuwe GVB en landen moeten zelf regionaal invulling geven aan de uitvoering en mogelijke uitzondering van deze beleidsmaatregel.

Discardplan Noordzee

De focus bij de implementatie van de aanlandplicht voor de demersale visserij lag in 2014 en 2015 vooral op het voorbereiden en opstellen van een regionaal discardplan voor de Noordzee. Dit discardplan met daarin de regionale aanbevelingen voor de fasering en uitzonderingen voor 2016 is in juni 2015 ingediend bij de Europese Commissie. Voor de eerste helft van 2016 zal de focus liggen op onderzoek voor en voorbereiding van de nationale implementatie van deze plannen. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld de invulling van het quotumbeheer, de monitoring van verschillende uitzonderingen, en op het regionale discardplan voor 2017.

De aanlandplicht heeft daarbij gevolgen voor het monitoringsprogramma van discards (onder de WOT). Daarnaast is het ook nog niet duidelijk hoe uitzonderingen en de minimis uitzonderingen gemonitord en gerapporteerd moeten worden aan de EU en wat het effect is daarvan op het monitoringsprogramma.

Visbestanden Noordzee

Het gaat goed met de meeste (commerciële) visbestanden in de Noordzee. Een aantal baart nog immer zorgen, waaronder de kabeljauw, de zeebaars en een aantal haaien en roggen. De betere status van de meeste visbestanden zijn het resultaat van management- en meerjarenplannen. Deze plannen moeten in 2016 voor enkele soorten (schol en tong, etc. ) herzien of voor andere soorten (zeebaars, etc.) nog opgesteld worden. Daarnaast worden er een aantal soorten momenteel nog onder een TAC beheerd waarvan het onzeker is of deze maatregel voor een goed beheer van die soorten wel aangewezen is.

Visquota

Het quotumbeheer onder de aanlandplicht zal mogelijks veranderen wat betreft de mogelijkheden van quotum voor ondermaatse vis en het beheer van soorten waar geen TAC voorhanden is (0-TAC soorten). Opties zoals interspecies flexibility (IF) met conversiefactoren of het bijruilen van quota voor maatse soorten zijn o.a. opties die momenteel uitgezocht moeten worden. Soorten waar geen TAC voorhanden is zijn officieel verboden soorten en moeten nog overboord gezet worden. Onder de aanlandplicht moet per soort een passende oplossing gevonden worden.

Stappenplan aanlandplicht

In mei 2015 stelden EZ en de Coöperatieve Visserijorganisatie (CVO) een stappenplan voor de invoering van de aanlandplicht in de Nederlandse demersale visserij op. Hierin wordt een stapsgewijze reductie van bijvangsten door de visserijsector (CVO) en de Nederlandse inzet in de regionale overleggen beschreven. Het is van belang om de reductiedoelstelling te monitoren met gedegen bijvangstcijfers om zo de inzet van EZ te ondersteunen.

Visserijbeleid

Vanaf januari 2016 neemt NL het voorzitterschap van de Europese Unie over van Luxemburg. Het spreekt voor zich dat er hierdoor meer vraagstukken in het kader van het GVB aan EZ voorgelegd worden. Op dit moment is het echter nog niet bekend welke punten dit zijn. De activiteiten en producten van het project GVB Zeevisserij hebben als wetenschappelijk advies gediend aan de Nederlandse bijdrage aan onderstaande Europese verordeningen nr. 2438/2015 en 2440/2015.

Deliverables:

  • (Bijdragen aan) gespreksverslagen
  • Artikelen over de aanlandplicht voor Visserijnieuws en/of internet
  • Bijdrage (notitie of brief) over de De Minimis uitzondering voor evervis
  • Bijdrage (notitie of brief) over definitie van visserijen tbv de aanlandplicht
  • Bijdrage (notitie of brief) over de De Minimis uitzondering voor het demersale discard plan
  • Advies quota aanpassing i.v.m. aanlandplicht
  • Advies toepassing interspecies flexibility
  • Rapport consequenties meerjarenplan Mixed Fisheries en alternatieve voorstellen
  • Rapport consequenties meerjarenplan Zeebaars en alternatieve voorstellen
  • Rapport consequenties meerjarenplan Garnaal en alternatieve voorstellen
  • Evaluatie herziening Technische Maatregelen
  • Post Ad Hoc ondersteuning beoordeling Commissie voorstellen t.a.v. TACS en quota
  • Een notitie met betrekking tot de beoordeling van een overlevingsonderzoek van Van Beek et al., (1990)
  • Technical measures in the Atlantic and the North Sea - working with stakeholders towards meaningful revision; workshop in - depth analysis
  • Update of "Delineating catch quotas for Dutch demersal fisheries: a theoretical pilot study"
  • Overzicht van bestanden waarvoor ICES aparte ongewenste bijvangsten geeft in de adviezen
  • Visserijlocaties van verschillende visserijen in 2013, met behulp van VMS.
  • Rapport kenniskring Tongvisserij onder de aanlandplicht
  • "Whiting under the landings obligation"

Publicaties