Project

BIOSCHAMP

De champignonteelt speelt een belangrijke rol in de voedselvoorziening in Europa. Champignons zijn een eiwitrijk alternatief voor dierlijke producten. Deze gespecialiseerde teelt vindt plaats in cellen bij een hoge luchtvochtigheid, milde temperaturen en gedurende het hele jaar. Hierdoor wordt een stabiele productie gegarandeerd, maar de teelt is wel gevoelig voor ziekteverwekkers, men name voor pathogene schimmels en bacteriën. Champignons worden geteeld op compost, gemaakt van natuurlijke mest stro en kalk, waarop een laag dekaarde is aangebracht, voornamelijk bestaande uit veen. Veen wordt gewonnen van velden in Duitsland of Oost-Europa, waardoor kwetsbare natuurgebieden met een hoge biodiversiteit verloren gaan. Het EU BIOSCHAMP project heeft als doel dekaarde te ontwikkelen met een gereduceerd aandeel veen, waarbij lokaal geproduceerde rest producten uit de landbouw en natuurbeheer als vervanger dienen. De dekaarde zal als drager fungeren van geselecteerde microbiota met een functie als biostimulant. De productie en het gebruik van de ontwikkelde dekaarde wordt geanalyseerd op sociaal, ecologische en economische impact. Validatie zal uitgevoerd worden binnen 4 commerciële telers representatief voor de champignonteelt in Europa. Wageningen UR is betrokken bij de meeste werkpakketten en WP-leider van WP1 (WPR, Evaluation of alternative materials and results from small scale trials records) en van WP6 (WEcR, Security and sustainability).

Champignons worden geteeld op compost, gemaakt van natuurlijke mest stro en kalk, waarop een laag dekaarde is aangebracht, voornamelijk bestaande uit veen. Veen wordt gewonnen van velden in Duitsland of Oost-Europa, waardoor kwetsbare natuurgebieden met een hoge biodiversiteit verloren gaan. Door de winning en het transport van veen komt veel CO2 vrij. Binnen BIOSCHAMP wordt een veen-vrije dekaarde voor de champignonindustrie ontwikkeld op basis van: 1. restproducten uit de landbouw en uit natuurbeheer (gewasresten, maaisel), 2. het gebruik van sphagnum mos (veenmos) geteeld op gedegradeerde veenvelden of 3. door hergebruik van doorgroeide dekaarde.  Door toevoeging van reeds geselecteerde biostimulanten aan de nieuw samengestelde dekaarde wordt er voor gezorgd dat de productie op niveau en het inkomen van de champignonteler op peil blijft, en ook dat de champignon beschermd blijft tegen ziekteverwekkers die met de dekaarde meekomen. Hierdoor zal naar verwachting het gebruik van met name fungiciden worden beperkt. Gebruik van de alternatieve grondstoffen en van biostimulanten wordt doorgerekend op economische haalbaarheid, sociale gevolgen en op milieu-impact.

Publicaties