Project

Graslandmanagement in praktijk

Als het gaat over de reductiepotentie van emissies op een melkveebedrijf wordt nog weinig specifiek gekeken naar de relaties met het graslandmanagement. Vaak wordt bij duurzaamheidsmaatregelen het aandeel weidegang en (vers) gras als randvoorwaarde ingezet, maar gras en graslandmanagement zijn voor NH3- en CH4-emissies ook onderdeel van een structurele oplossing voor de toekomst. Gras en graslandmanagement bepalen namelijk sterk de inrichting en brede ‘prestaties’ van huidige melkveebedrijven, denk bijvoorbeeld aan biodiversiteit en koolstofopslag in de bodem van graslanden. Melkveehouders, adviseurs en onderzoek missen echter kennis en inzicht over het effect van graslandmanagement op productie (voer en koe) en de (brede) milieuprestaties, terwijl grasproducten de basis zijn van voeding van melkvee.

Dit project “Dier en voer pilot-Graslandmanagement in de praktijk” gaat in op de reductie van CH4 en NH3 via rantsoen van het vee, wat direct in relatie staat met het graslandmanagement. Van graslandmanagement is niet bekend hoe het gelijktijdig uitwerkt op de reductie van methaan en ammoniak.

Er wordt voortgebouwd op de meest recente (internationale) wetenschappelijke kennis (o.a. uit de onderzoeksresultaten van de klimaatenvelop 2018/2019 en KE-projecten 2020/2021), praktijkkennis en kennis uit Topsectorenonderzoek. Deze kennis wordt gecombineerd met de nieuwste inzichten en meetmogelijkheden, waarbij de samenhang van processen en variaties in de spijsvertering blootgelegd worden om zo de nieuwe kennis te ontwikkelen die tot de reductie van methaan en ammoniak leiden. De onderzoeksprojecten binnen de integrale aanpak methaan en ammoniak melkveehouderij focussen enerzijds op deelonderwerpen, maar hangen nauw met elkaar samen vanwege de doorwerking van de effecten. 

Publicaties