Project

Laag Nederland 2050

In de discussie rond het klimaat- en waterrobuust maken van laag Nederland wordt vaak het huidige landgebruik als uitgangspunt genomen. Door middel van diverse technische maatregelen in het water- en bodemsysteem wordt getracht de problemen op te lossen en daarmee de huidige situatie in stand te houden. De vraag is of dit, mede door klimaatverandering, op de langere termijn houdbaar is (denk aan 2050 en daarna). Er is behoefte aan ideeën voor de langere termijn waarbij wordt gekeken hoe we het landelijk gebied kunnen gaan inrichten en hoe de belangen van de diverse stakeholders daar in passen.

Het project Laag Nederland 2050 (2021 - 2024) neemt een toekomstbestendig water- en bodemsysteem als uitgangspunt, in plaats van het huidige landgebruik. Op die manier ontstaat er ruimte om andere (niet alleen technische) oplossingen te bedenken die beter om kunnen gaan met specifiek opgaven in een gebied (maaivelddaling, zeespiegelstijging, verzilting, droogte etc.) in een snel veranderende omgeving.

Het is daarbij wel belangrijk om de toekomst zo concreet mogelijk in te vullen qua watersysteem en landgebruik, en niet te blijven hangen in visionaire vergezichten. In dit project werken we vanuit het water- en bodemsturend principe dat ideeën en inspiratie biedt voor mogelijk nieuw landgebruik en inrichting van drie deelgebieden (Friesland, Waterland-Oost, Schouwen-Duivenland). Om de haalbaarheid van de ideeën te waarborgen, is er ook veel aandacht voor bouwstenen van toekomstige verdienmodellen voor de diverse stakeholders. Wij gaan daarbij nadrukkelijk op zoek naar vernieuwde landgebruikstypen, waarbij functies worden gecombineerd of andere functies zoals nieuwe teelten, recreatiemogelijkheden of nieuwe boerderijmodellen, worden geïntroduceerd. Dit proces doen we met stakeholder uit de drie casusgebieden, waarbij we de betrokkenen proberen mee te nemen hoe we van de huidige inrichting van het landelijke gebied binnen een generatie (2050) naar een economisch, sociaal en klimaat- en waterrobuuste inrichting komen.

Publicaties