Project

Onbedoelde neveneffecten van nieuwe toepassingen in dieren en micro-organismen

Genome editing is een verzamelnaam voor nieuwe technologieën die gerichte modificaties in het DNA van organismen kunnen aanbrengen. Er zijn verschillende genome editing technieken die gebruikt kunnen worden voor veredeling of stamverbetering, en worden ook wel nieuwe veredelingstechnieken of nieuwe genetische modificatie (GM) technieken genoemd. Het aantal toepassingen van genome editing technieken is de afgelopen jaren exponentieel gestegen.

Momenteel vallen organismen en afgeleide producten die met behulp van deze technologieën gemodificeerd zijn onder de EU-richtlijn voor de goedkeuring van genetisch gemodificeerde organismen (GGOs). Volgens de GGO-richtlijn is het verplicht dat de risico’s van GGO producten (of afgeleide producten) zijn beoordeeld op basis van een wetenschappelijke veiligheidsbeoordeling. De producten kunnen pas worden  toegelaten tot de Europese markt als zij veilig zijn bevonden en er vervolgens ook toestemming op beleidsniveau wordt gegeven.

De nieuwe genetische modificatie technieken zijn momenteel niet uitgezonderd van de GGO-richtlijnen in tegenstelling tot oudere (en vaak minder precieze) vormen van mutagenese m.b.v. straling of mutagene chemicaliën, waarmee al een geschiedenis van toepassing en veilig gebruik is. Dit is omdat de ervaring met de toepassing van deze nieuwe technologieën nog pas recent is en er dientengevolge ook nog onzekerheden zijn over de veiligheid van deze producten voor mens en dier. Het optreden van onbedoelde effecten is een van deze onzekerheden. Een modificatie in een onbedoelde plek in het DNA, een zogeheten off-target modificatie, is een voorbeeld van een onbedoeld effect direct op genetisch niveau. Onbedoelde effecten zouden verder ook indirect kunnen zijn op bijvoorbeeld epigenetisch niveau (beïnvloeding genactiviteit) of op de biochemische samenstelling van het organisme.

De onbedoelde effecten van genome editing zijn een onderwerp van discussie omdat vaak concrete wetenschappelijke gegevens ontbreken om het risiconiveau van optreden in te schatten. Wetenschappelijke gegevens en kennis zijn relevant voor risicomanagement en toekomstige discussies over beleidsontwikkeling, regelgeving en procedures voor veiligheidsbeoordeling. Waar er voor planten al onderzoek is gedaan naar de veiligheid van genome editing toepassingen, is deze kennis nog zeer beperkt voor micro-organismen die gebruikt worden in de productie van voeding en diervoeder, zoals ook is geconcludeerd door de Europe Commissie in 2021[1]. In dit project wordt daarom een literatuurstudie gedaan naar de mogelijke onbedoelde effecten ten gevolge van de toepassing van genome editing in micro-organismen. Daarnaast is het van belang om te weten welke toepassingen voor productie van voedsel en diervoeder er ontwikkeld worden die gebruik maken van genome-edited (GE) micro-organismen, of er reeds producten op de markt zijn binnen en buiten de EU die GE-micro-organismen kunnen bevatten, en of de toepassingen voor ingeperkt of niet-ingeperkt gebruikt zijn.

 

Samenvatting

Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de vraag of onbedoelde effecten ten gevolge van genome editing tot extra risico’s leiden voor de voedsel- en diervoederveiligheid. Waar in een voorgaand project reeds onderzoek is gedaan naar de off-target effecten van genome editing in planten, zal in het huidige voorstel de focus meer liggen op onbedoelde effecten bij micro-organismen, aangezien hier een kennisleemte is. Het is van belang de potentiële risico’s vroegtijdig in het vizier te hebben en een volledig beeld te hebben van de wetenschappelijke kennis waar beleid, regelgeving en veiligheidsbeoordelingsprocedures op gebaseerd kunnen worden. Het doel is om een inventarisatie uit te voeren naar de potentiële risico’s van genome editing aan de hand van een analyse van relevante wetenschappelijke en grijze literatuur. Daarnaast is het voor beleid en handhaving van belang om beter zicht te krijgen op de commerciële ontwikkelingen en markttoelatingen voor voedsel- en diervoederproducten waarvoor genome-edited micro-organismen gebruikt worden.

 

De nadruk zal in dit project liggen op:

  1. Het in kaart brengen van de potentiële gevaren voor de voedsel- en diervoederveiligheid ten gevolge van de toepassing van genome editing in micro-organismen voor voedsel- en diervoederproductie op basis van wetenschappelijke literatuurgegevens. Dit begint met een inventarisatiefase gericht op de algemene informatie over onbedoelde effecten in voedselproducerende micro-organismen (bacteriën, gisten, schimmels, microalgen en cyanobacteriën). Hierna zal in het literatuuronderzoek de focus liggen op een gedetailleerde analyse van waargenomen onbedoelde effecten en frequentie daarvan in micro-organismen voor verschillende genome editing technieken en toepassingen.
  2. Het analyseren van deze onbedoelde effecten om te onderzoeken wat de mate van gevaar is voor de gezondheid voor mens en dier, en of dit nog adequaat gedekt wordt door de huidige risicobeoordelingsstrategie voor GGO’s. Op basis van deze informatie zullen aandachtspunten voor beleidsvorming worden beschreven en bediscussieerd met LNV.
  3. Het inventariseren van de commerciële ontwikkelingen en trends voor toepassingen van genome-edited micro-organismen voor voedsel- en diervoederproductie. Dit zal worden gedaan voor toepassingen gericht op ingeperkt en niet-ingeperkt gebruik.

 

Abstract

New genomic techniques (NGTs) allow for targeted DNA modifications in organisms. The organisms and derived products modified using these technologies fall under the EU Directive for the approval of Genetically Modified Organisms (GMOs). With most new technologies, there are new concerns about the safety of these products for humans and animals. These concerns mainly refer to the unintended effects, which may occur when applying these technologies. These effects are, for example, modifications in unintended places in the DNA (also known as off-target modifications). There is currently an ongoing debate on the safety issues of these new technologies, because scientific data for risk scaling is often lacking. Scientific data and knowledge on unintended effects of genome editing can be relevant for future discussions on policy development, regulation and safety assessment procedures.

In this project, we will evaluate the available peer-reviewed scientific literature on unintended effects of genome editing in micro-organisms for food and feed production, and make an inventory of commercial developments for market entry of such products.

 

[1] European Commission rapport SWD(2021)92 - Study on the status of new genomic techniques under Union law and in light of the Court of Justice ruling in Case C-528/16)

 

Publicaties