Tweede experiment

Kunnen we (eetbare) groenten kweken op Mars en maanbodemsimulant?

Na het succes van het eerste experiment, waarbij het lukte om planten te laten groeien op Mars en maanbodemsimulant, was ons volgende doel om te onderzoeken of we eetbare groenten zouden kunnen kweken. Ten opzichte van het eerste experiment waren er wel een aantal belangrijke veranderingen. We hebben alleen gewerkt met groenten, tien in totaal. Daarnaast zijn alle soorten bij elkaar in regels gezaaid in een tray en is het experiment slechts in drievoud uitgevoerd. Om de toevoeging van menselijke feces, poep en plas, na te bootsen hebben we ook voedingsoplossing toegevoegd. Ook de bodems zijn behandeld.

Op Mars en de maan mag niets verloren gaan en dus moeten ook de oude dode plantenresten die niet gegeten worden terug in de bodem als mest. Omdat de oogst van het eerste experiment voor allerlei testen en andere experimenten moet worden gebruikt hebben we in plaats daarvan dood gras door de bodems gemengd. Tot slot was de aardse controle nu gewone voedselrijke potgrond.

Resultaten op Mars- en maanbodemsimulant

Zoals verwacht kiemden de zaden van alle groenten prima. Vooral de erwten duwden zichzelf wel uit de grond, maar de wortels groeiden wel de bodem in. De groei van negen van de tien soorten was goed. Alleen de spinazie bleef achter in groei. Dit gebeurde echter op alle drie de bodems, dus ook op de aardse potgrond. Vrijwel vanuit de kiemplant vormde de spinazie al bloemen, zonder dat er eetbare bladeren konden worden geoogst. Binnen een maand gingen de eerste soorten bloeien en al snel vormden de radijzen de eerste knolletjes, zowel op Mars als maanbodemsimulant. Later volgden de rogge met zaad, de erwten met zaad, de tuinkers en ook de radijzen met zaad en aan het einde van het experiment konden de eerste rijpe tomaten op de Marsbodemsimulant worden geoogst. Pas toen we het experiment gingen beëindigen en de eindoogst deden bleek dat ook de tomaten op de maanbodemsimulant kleine tomaten hadden gevormd, al waren ze niet rijp geworden.

De prei en de bieslook waren wel gekiemd en gegroeid maar niet hard. De quinoa was ook goed gegroeid, met forse planten, maar het lukt ons niet om ze met de hand bestoven te krijgen zodat er ook zaad kon worden gevormd. Toen alle biomassa (bovengronds) gedroogd en gewogen was, bleek dat de oogst van de Marsbodemsimulant weliswaar lager was dan die van de aardse compostgrond, maar niet wezenlijk lager. De opbrengst op de maanbodemsimulant was wel duidelijk lager dan de aardse potgrond.

Van erwten, rogge, radijs en tuinkers konden we voldoende zaden oogsten om daarmee een kiemingsexperiment te doen. Het is belangrijk om kiemende zaden te hebben voor een volgende generatie planten. Daarom mag je niet alle zaden opeten van bijvoorbeeld de rogge anders zou je elke keer weer nieuwe zaden moeten invliegen. De zaden moeten dan natuurlijk wel kiemen, anders heb je er niets aan. Voor alle vier de soorten op alle drie de bodems bleken er zaden te kiemen, voor rogge waren dat alle zaden en voor tuinkers bijna alle zaden, waarbij er geen verschil was tussen de drie bodems. Voor radijs en erwt kiemden niet alle zaden en kiemden de zaden op de maanbodemsimulant slechter dan die op de aardse potgrond. Maar de kieming was altijd minimaal 50%, dus dat lijkt voldoende goed. Mogelijk dat dit na een aantal generaties slechter wordt, maar dat moeten we nog testen.

Geen gifstoffen

Wil je de groenten kunnen eten dan moeten ze natuurlijk geen gifstoffen of zware metalen die giftig zijn bevatten. Zowel de Mars als de maanbodem, en dus ook onze simulanten, bevatten zware metalen, zoals lood, kwik en cadmium. Als die in de plant komen kan dat een probleem zijn. Daarom zijn de geoogste radijzen, tomaten, rogge en tuinkers getest op zware metalen. Ze zitten er wel in, maar in zulke kleine hoeveelheden dat het geen probleem is, en kunnen dus veilig gegeten worden. In sommige gevallen zat in de groenten van de aardse potgrond zelfs meer metalen.