Informatievoorziening Natuur

Informatievoorziening Natuur

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) is verantwoordelijk voor de implementatie van internationale wetten en verdragen om de biodiversiteit (inclusief bossen en landschap) in Nederland te behouden en te herstellen. In de afgelopen decennia is het besef gekomen dat het behoud en herstel van de biodiversiteit van groot maatschappelijk belang is. De internationale beleidsdoelen voor het behoud en herstel van biodiversiteit zijn vastgelegd in diverse wetten en verdragen. In het thema Informatievoorziening Natuur gaat het om het maken van rapportages voor de volgende wettelijke onderzoekstaken:

Natura 2000

De Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, ook wel bekend onder de noemer Natura 2000, zijn belangrijke instrumenten om de biodiversiteit in Europa te behouden en te versterken. De Europese Unie verplicht de EU-lidstaten om deze richtlijnen te implementeren in nationale wet- en regelgeving. In Nederland is dit geregeld in de Wet natuurbescherming. Verder moet Nederland beschermde Natura 2000-gebieden aanwijzen en beheerplannen voor deze gebieden opstellen.

Elke zes jaar moeten er Vogel- en Habitatrapportages worden geschreven voor de EU. De WOT Informatievoorziening Natuur draagt hier bij. Met deze rapportages laten de lidstaten zien of de beschermingsmaatregelen die zij genomen hebben ook resulteren in een verbeterde status van vogels of een verbeterde staat van instandhouding voor habitattypen en soorten.

TMAP en TWO

Ter bescherming van de Waddenzee werken Nederland, Duitsland en Denemarken sinds 1978 samen op het gebied van beheer, monitoring, onderzoek en politiek. Deze samenwerking is gebaseerd op de Trilaterale Waddenzee Overeenkomst (Joint Declaration on the Protection of the Wadden Sea) die in 1982 voor het eerst werd ondertekend en in 2010 werd bijgesteld. Het leidend principe is een natuurlijk en duurzaam ecosysteem, waarin natuurlijke processen verlopen in een ongestoorde manier. Elke 3-5 jaar is er een ministersconferentie waar trilateraal overleg plaatsvindt over de Waddenzee. Eén van de uitvloeisels van deze overeenkomst is de Trilateral Monitoring and Assessment Program (TMAP). Deze heeft als doel om te komen tot een wetenschappelijke evaluatie van de toestand en de ontwikkeling van het Waddenzee ecosysteem en een rapportage van de status van de uitvoering van de trilaterale Doelen van het Waddenzee Plan in een Quality Status Report.

Een onderdeel van de overeenkomst is ook het ‘Agreement on the Conservation of the Seals in the Wadden Sea’, gesloten onder de Bonn-conventie. Het beleid en beheer van de gewone en de grijze zeehonden en van bruinvissen in en rond de Waddenzee is vastgelegd in het vijfjarige Seal Management Plan (SMP), dat is opgesteld door de Trilateral Seal Expert Group (TSEG) en geaccordeerd door de verantwoordelijke ministers in de drie Waddenzeelanden.

IWC en ASCOBANS

Nederland is lid van de Internationale Walvis Conventie (IWC) omdat de overheid invloed wil hebben op het internationale beleid en beheer van walvisachtigen. In de IWC neemt Nederland een beschermingsgezinde positie in. Verscheidene landen op de wereld denken daar anders over, daarom is een sterke wetenschappelijke onderbouwing van het beleid en daaruit voortvloeiend beheer nodig. De WOT Informatievoorziening Natuur levert een bijdrage aan de realisering van het geformuleerde overheidsbeleid voor beheer van walvissen.

Om een halt toe te roepen aan de achteruitgang van kleine walvisachtigen in de Noordzee en Oostzee, en om herstel te bevorderen, heeft een aantal landen, waaronder Nederland, een verdrag gesloten dat onder de auspiciën van de Bonn-conventie valt. Dit verdrag heet ‘Agreement on the Conservation of Small Cetaceans of the Baltic and North Seas (ASCOBANS)’. De status van kleine walvisachtigen in de Noordzee en Oostzee is zorgwekkend. Vooral sommige populaties bruinvissen zijn in vergelijking met enkele decennia geleden sterk gereduceerd. Om uitvoering van het verdrag en daarmee de doelstellingen van ASCOBANS te realiseren, hebben de lidstaten een Conservation and Management Plan opgesteld met een daaraan gekoppeld Werkplan.

Antarctica (CCAMLR)

De Nederlandse overheid overweegt volledig lidmaatschap van de Convention on the Conservation of Antarctic Marine Living Resources (CCAMLR). Niet vanwege de visserijbelangen, maar om ervaring op te doen met de procedures over visserijmanagement in de CCAMLR. Dit gaat niet alleen om het beheer van de commerciële soorten, maar ook om het beschermen van de hiervan afhankelijke predatoren. Het primaire achterliggende ‘politieke’ doel van deze wettelijke onderzoekstaak is de rechtvaardiging van het ‘Consultative membership’ van Nederland in het Antarctic Treaty System.

De overheid dient verantwoording af te leggen over hoe men internationale beleidsdoelen ten aanzien van het behoud en herstel van biodiversiteit realiseert. Deze verantwoording vindt plaats via verplichte rapportages. WOT Informatievoorziening Natuur heeft een eigen webportaal dat toegang biedt tot informatie die relevant is voor deze verantwoording.