Biosafety Level 3-laboratorium (BSL3) in Wageningen

Biosafety Level 3-lab (BSL3)

Dit Biosafety Level 3-lab (BSL3) in Wageningen is specifiek uitgerust voor onderzoek met pathogene virussen in muggen. Dit laboratorium is in 2013 in gebruik genomen en is zeer geavanceerd. Zo is er een gecontroleerde onderdruk, gaat de afvoerlucht door een hepafilter en er staat een autoclaaf voor het vernietigen van afval. De deuren van het BSL3-lab hebben een magneetsluiting en alleen opgeleid personeel heeft toegang tot het laboratorium via een vingerscanner. De onderzoekers dragen een witte overall, mouwen, handschoenen en ademhalings- en oogbescherming tijdens infectie-experimenten.

Bewakingscamera's bieden overzicht over de hele werkruimte, waaronder de muggenruimte, waar de muggen besmet bloed krijgen aangeboden. Het lab beschikt over een bioveiligheidskast om virusinfecties uit te voeren in gekweekte cellen, meerdere temperatuurgecontroleerde broedmachines en een speciaal voor dit doel gemaakte tent om muggen te injecteren en muggenspeeksel te verzamelen.

Van West Nile tot Zika

In het kader van het door de EU gefinancierde FP7-project VECTORIE hebben onderzoekers van het Laboratorium voor Virologie en het Laboratorium voor Entomologie gezamenlijk onderzoek gedaan naar de vatbaarheid van Nederlandse muggen voor het hoogpathogene West Nile-virus. Uit het onderzoek bleek dat de gewone steekmug (Culex pipiens) het West Nile virus kan overdragen. Bovendien bleken deze muggen zeer efficiënte vectoren voor het verwante Usutu-virus, waaraan in Nederland vele merels en uilen zijn gestorven tijdens de uitbraak in 2016. In 2017 zijn er verschillende onderzoeksprojecten (H2020 ZIKAlliance, ZonMw ZikaRisk) opgestart om de vatbaarheid van Nederlandse muggen voor het epidemische zikavirus te onderzoeken en om na te gaan wat het effect is van co-infectie van Zika met andere virussen, zoals chikungunya, op de overdracht van deze opkomende pathogeen.

Het BSL3-lab is gevestigd in Radix.