Project

Moleculaire verontreiniging in gerecyclede kunststoffolie uit bron- en nascheiding

Huishoudelijk kunststofverpakkingsafval wordt op diverse manieren ingezameld en gerecycled. In dit project is onderzoek gedaan naar het verschil in moleculaire verontreiniging (met name geur) tussen bron- en nascheiding.

Kunststofafval wordt op twee manieren ingezameld: via bronscheiding en nascheiding. Bij bronscheiding (gescheiden inzameling) wordt het kunststof­verpakkingsafval al bij het huishouden apart gehouden van het restafval. Bij nascheiding gebeurt inzameling samen met het restafval. Na inzameling worden de kunststofverpakkingen machinaal uit het gemengde huishoudelijke restafval teruggewonnen.

Vergelijking bron- en nascheiding

Wageningen Food & Biobased Research heeft in opdracht van de gemeenten Utrecht, Den Haag en Amsterdam en het Learning Center Kunststof Verpakkingsafval onderzoek gedaan naar het verschil in moleculaire verontreiniging (met name geur) tussen bron- en nascheiding.

In het onderzoek zijn folies uit bron- en nascheiding vergeleken. Dit bleek erg lastig, aangezien veel resultaten werden beïnvloed door toevallige verontreinigingen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan verfresten, oliën en resten van crèmes. Er zijn verschillende analysemethoden gebruikt. Allereerst is gewerkt met gaschromatografie gekoppeld aan massaspectrometrie (GC-MS), om vluchtige en niet vluchtige componenten te bepalen. De grafieken die hieruit voortkomen (gaschromatogrammen) lieten een grote hoeveelheid pieken zien, wat aangeeft dat er veel verschillende vluchtige stoffen in de folie zijn aangetroffen (elke piek correspondeert met een organische verbinding). Vanwege het grote aantal verschillende vluchtige stoffen, konden ze niet geïdentificeerd worden.

Geurpanel

De bron- en nagescheiden folies zijn ook voorgelegd aan een geurpanel. Uit deze analyse blijkt dat beide folies geuren, maar op een verschillende manier. Folie-materiaal dat afkomstig is uit bronscheiding ruikt vooral ranzig, nootachtig. Folie-materiaal dat afkomstig is uit nascheiding ruikt vooral aards en muf.

De bron- en nagescheiden folies werden op verschillende materialen gerecycled, om te onderzoeken of het recyclingproces invloed heeft op de geur van het eindproduct. Dit proces bestaat uit de volgende stappen: het materiaal wordt gemalen, gewassen op verschillende manieren (koud/warm water en met/zonder loog). Vervolgens zijn m.b.v. een extrusieproces granulaat (korrels) geproduceerd, waar weer kunststof producten van gemaakt kunnen worden.

Vervolgens zijn weer de bovenstaande analyses uitgevoerd. Uit de GC-MS analyses bleek dat bij bronscheiding folies warm wassen met loog en vacumeren de hoogte van de pieken (oftewel de concentratie van de aanwezige moleculen) wel verminderde, maar dat volgens het geurpanel deze behandelingen de geur niet beïnvloedden.

Bij folie-materiaal dat afkomstig is uit nascheiding heeft de recyclingwijze en extrusie juist wel een grote invloed op de geur. In koud water gewassen, ruikt het nagescheiden folie-materiaal scherp verbrand na verhitting bij extrusie, maar na wassen in warm water ontstaat deze geur niet bij extrusie en ruikt het gewassen folie juist zeepachtig, aards en muf.

Geen significant verschil

Op basis van dit verkennende onderzoek lijkt er geen significant verschil te zijn tussen de  hoeveelheid   moleculaire verontreiniging dat aanwezig is in gerecycled materiaal uit bron- en nascheiding. Beide materialen geuren, maar op een andere manier. De uiteindelijke keuze voor een inzamelsysteem zal afhangen van de bredere context waarin veel factoren een rol spelen: niet alleen de technische aspecten, maar ook economische en sociaal maatschappelijke factoren.