Project

Pegasus

PEGASUS (“Public Perception of Genetically modified Animals – Science, Utility, and Society”) richt zich op het onderwerp van perceptie, voor- en nadelen van genetisch gemodificeerde voedseldieren. Het project is proactief en beoogt de voor- en nadelen van genetische modificatie bij voedselproducerende landbouwhuisdieren, die nog niet op de markt zijn, en de perceptie bij de Europese consumenten in kaart te brengen ter ondersteuning van het EU beleid voor o.a. innovatie, onderzoek, voedselveiligheid en ethiek. De coördinator van het project is prof. L. Frewer van Newcastle University (voorheen Wageningen Universiteit). Ook het LEI en het RIKILT zijn betrokken bij het management van dit project. PEGASUS is een project voor een “supportive action” in het kader van Zevende Kader Programma (KP7 / FP7) van de EU, binnen het thema landbouw, biotechnologie en voedselproductie.

Doelstelling

Bijdragen aan de volgende activiteiten van het PEGASUS project over perceptie, voor- en nadelen van genetisch gemodificeerde dieren voor voedselproductie:

Ondersteuning van het dagelijks management van het PEGASUS project dat door Newcastle University en door LEI geleid wordt (Work Package 8), onder andere met betrekking tot inhoudelijke zaken, rapportage aan de Commissie, en uitwisselingen met de adviesraden.

LEI en RIKILT hebben eerder ook bijgedragen aan andere afgeronde activiteiten van PEGASUS, namelijk: i) meta-analyse en systematische review van gepubliceerde data over perceptie van genetisch gemodificeerde dieren door burgers; ii) technologische vooruitblik op scenario's van genetisch gemodificeerde voedseldieren, en iii) de mogelijke voor en nadelen vanuit het perspectief van de socio-economische effecten en van de volksgezondheid (o.a. voedselveiligheid). De opgedane kennis kan als basis dienen voor de analyse van effecten van genetisch gemodificeerde dieren, binvoorbeeld in het kader van WOT taken (RIKILT, risico’s) en voor het formuleren van onderzoeksvoorstellen voor vervolgonderzoek op dit terrein (FP 7 calls 2012).

Werkwijze

In het voorjaar van 2012 zullen burgerjury’s worden geraadpleegd voor feedback over de gepresenteerde casussen (al eerder uitgewerkt op socio-economische, bio-veiligheid- en duurzaamheid-gerelateerde, ethische en beleidsrelevante zaken). Ook zal het nut van gebruik van dergelijke jury’s als beleidsontwikkelingsinstrument worden onderzocht. Dit zal gevolgd worden door een overkoepelende workshop in Brussel medio 2012 waarbij de resultaten aan betrokkenen zullen worden gepresenteerd. De LEI en RIKILT participatie zal gedurende 2011-2012 tot het projecteinde (augustus 2012) worden voortgezet binnen de burger jury’s, de afrondende publicaties en het management van het project.

Resultaten

Het interdisciplinaire PEGASUS project draagt bij aan de integrale afweging in de keten van de voor- en nadelen die met deze nieuwe technologie voor voedselproductie verbonden zijn. Hierbij komen verschillende zaken aan bod, namelijk de consumentenperceptie, sociale en technisch-wetenschappelijke perspectieven (o.a. economisch, voedselveiligheid, dierenwelzijn), ethische zaken, beleidsmatige aspecten en het oordeel van een burgerjury, en de interactie met verschillende stakeholders, aan bod komen.

Verslaglegging van de activiteiten en uitkomsten en beleidsaanbevelingen in de vorm van een “final report” onder andere met een geïntegreerd overzicht van de verschillende scenario’s van genetisch gemodificeerde dieren, voor- en nadelen (o.a. socio-economisch, veiligheid), en percepties hierover. Rapporten zijn te vinden op de website van dit project (www.projectpegasus.eu)