Project
Co-vergister, bio-ethanol installatie en algenkweekvijver benutten elkaars restwarmte
Energie produceren door mest van koeien, varkens en kippen te vergisten staat sterk in de belangstelling bij agrarische bedrijven.
Naast een kans op nieuwe inkomsten levert de agrarische sector zo immers een bijdrage aan de oplossing van het klimaatprobleem. Nadeel bij het vergisten van mest en ander organisch materiaal is dat veel energie als warmte verloren gaat. Het project EnergieRijk benut deze restwarmte om het vergistingsproces zowel economisch als ecologisch aanzienlijk rendabeler te maken.
Het toepassingscentrum ACRRES van Wageningen UR heeft samen met Zeafuels en Eneco een concept ontwikkeld waarbij een co-vergister wordt gekoppeld aan een bio-ethanol installatie en een algenvijver. Deze installaties voor het opwekken van duurzame energie en produceren van biobrandstoffen gaan elkaars restwarmte en afvalstoffen gebruiken. Het uiteindelijke doel van EnergieRijk is het sluiten van regionale biobased kringlopen. Bij deze duurzame kringlopen wordt plantaardig en dierlijk (rest)materiaal, biomassa genoemd, optimaal benut als voedselbron, grondstof en energiebron. EnergieRijk omvat drie deelprojecten:
- Co-vergisting
- Bio-ethanolproductie
- Algenteelt
Co-vergisten
Bij het vergisten van dierlijke mest wordt er biogas geproduceerd uit het organische materiaal in de mest. Dit mengsel van methaan en CO2 wekt bij verbranding in een warmtekrachtkoppeling elektriciteit op. Vooraf snijmaïs of ander plantaardig materiaal aan de mest toevoegen levert nog meer energie op. Het proces wordt dan co-vergisten genoemd. Bij vergisten en co-vergisten komt er ook veel warmte vrij. Een klein deel hiervan wordt gebruikt om bijvoorbeeld de vergister installatie te verwarmen. De rest gaat in de praktijk verloren. Bij het deelproject Co-vergisting wordt de restwarmte van de vergister benut voor de productie van bio-ethanol en algen.
Bio-ethanol
Door de stijgende prijzen van fossiele brandstoffen en de Europese richtlijnen voor minder CO2-uitstoot neemt de vraag naar de productie van biobrandstoffen sterk toe. Bio-ethanol is zo’n brandstof. Bijgemengd aan benzine kan het zonder problemen worden gebruikt in benzineauto’s. Maïs, tarwe en suikerbieten zijn door hun hoge zetmeel- en suikergehaltes erg geschikt om bio-ethanol te produceren. Een gist kan deze gewassen in bio-ethanol omzetten. Bij het deelproject Bio-ethanolproductie koppelt ACRRES een co-vergister aan een bio-ethanol installatie. Het fabricageproces van ethanol kan hierdoor gebruikmaken van de restwarmte van de vergisting. De co-vergister kan op zijn beurt de resten van de ethanolproductie vergisten en zo omzetten in energie.
Algenvijver
Algen vermenigvuldigen zich snel, hebben daarvoor geen vruchtbare grond nodig en zijn multi-inzetbaar. Uit algen worden onder meer vitamines, medicinale stoffen, pigmenten én olie gewonnen. Biodiesel uit algen is zeer milieuvriendelijk en draagt bij aan het verminderen van de broeikasgassenuitstoot. Bij het deelproject Algenteelt koppelen de onderzoekers van ACRRES een algenvijver aan een co-vergister. De algen maken voor hun groei dankbaar gebruik van de restwarmte en afvalstoffen van de co-vergister. Gekeken wordt naar de economisch gunstigste en milieuvriendelijkste manier van algen kweken. In de tweede helft van 2010 is de algenvijver aangelegd. De proefvergister met bio-ethanol installatie is al operationeel. De eerste onderzoeksresultaten hiervan zijn medio zomer 2010 een feit.