Project

Fokken van gezonde rashonden

Gezondheid van honden is een speerpunt binnen elke rasvereniging. Eigenaren van honden zijn zeer begaan met de gezondheid van hun hond. Besturen van de drie rasverenigingen hebben dan ook het initiatief genomen tot dit onderzoek.

Rasverenigingen van rashonden, aangesloten bij de Raad van Beheer op kynologisch gebied moeten een “normenmatrix” opstellen. In deze richtlijnen moet worden aangegeven naar welke gezondheidskenmerken gekeken moet worden en welke honden een tekstuele toevoeging op de stamboom krijgen. De vraag is wat de invloed hiervan gaat worden op de selectiekeuze voor de fokkerij.

Behalve gezondheidsonderzoeken is een goed beheer van rassen op genetisch gebied ook van belang om de inteelt in het ras binnen de perken te houden wat ook de gezondheid kan schaden. Inteelt loopt te hoog op als er met een beperkt aantal honden gefokt wordt. Veel honden uitsluiten van de fokkerij op basis van het verenigingsfokreglement kan dus leiden tot een te nauwe basis en te hoog oplopen van de inteelt. Een balans moet gevonden worden tussen het fokken op gezondheidskenmerken en genetisch beheer om de inteelttoename laag te houden (Oldenbroek en Windig 2012)

Hoe kan fokkerij voor gezonde honden het beste vorm worden gegeven?

Door het fokken van honden die erfelijke aandoeningen met zich mee dragen te beperken, kan de frequentie van deze aandoeningen in het ras worden verminderd. Deze regels worden vervolgens opgenomen in het Verenigingsfokrelement. Zorg is dat het uitsluiten van dieren met (aanleg voor) bepaalde erfelijke aandoeningen, naast de selectie op andere kenmerken, een te strenge selectie is en de inteelt te hoog zal doen oplopen. Complicerende factor is dat vaak pas op latere leeftijd aandoeningen tot uiting komen. Hoe ga je daar slim mee om? Verder is er nog de zorg dat te veel regels veel fokkers kan doen besluiten om buiten het stamboek te gaan fokken waardoor de populatie nog kleiner wordt en de inteelt vervolgens juist oploopt.

Zowel rasverenigingen als maatschappelijke groepen hebben hetzelfde doel, namelijk een gezonde hond. Daarom is van belang om goed op een rij te zetten wat de mogelijkheden, voorwaarden en grenzen zijn om de gezondheid van rashonden te verbeteren.

Dit zijn de onderzoeksvragen:

Hoe kan fokkerij voor gezonde honden het beste vorm worden gegeven?

Specifiek voor de Bouvier, Stabij en Saarlooswolfhond:

  • Welke gezondheidsproblemen spelen er in elk ras en met welke frequentie?
  • Wat is de populatiegrootte en structuur en wat is het huidige niveau van inteelt en de inteelttoename per generatie?
  • Wat is de te verwachte inteelttoename bij gelijkblijvend beleid, focus op genetisch management (=inteeltbeperkende maatregelen) en bij focus op gezondheidskenmerken?
  • Hoe kunnen specifieke maatregelen zoals DNA typeringen, outcross, fokken op levensduur en fokwaardeschatting bijdragen aan de oplossing van gezondheidsproblemen?

Welke lessen kunnen er worden getrokken voor fokkerij van rashonden in het algemeen?

  • Welke rol kunnen DNA typeringen spelen in het fokken voor gezondheid?
  • Wanneer en hoe kan fokwaardeschatting worden opgezet, en hoeveel zal dit bijdragen tot een betere gezondheid?
  • Wanneer en hoe kan outcross worden opgezet, en hoeveel zal dit bijdragen tot een betere gezondheid?

Te verwachten impact van dit project:

Met behulp van het advies kunnen de direct betrokken rasverenigingen beleid opzetten om op wetenschappelijk verantwoorde manier de gezondheid te verbeteren van honden van aangesloten leden, en kan de normenmatrix in het fokreglement worden ingevuld. Ook kan DNA onderzoek gerichter worden ingezet (of juist niet worden gedaan), zodat investeringen hierin het maximale rendement zullen opleveren.

Daarnaast draagt het project bij aan meer inzicht hoe fokkerij van gehouden populaties in het algemeen kan worden opgezet, waardoor zowel binnen als buiten de hondenfokkerij het optreden van erfelijke gebreken kan worden verminderd.

Publicaties