Project

Gezond omgaan met hitte en pollen in een veranderend klimaat (GoHot)

Het project wil kennis aandragen en implementeren om gezondheidsrisico's van hitte en pollen te verminderen en deze kennis op een effectieve manier communiceren naar de kwetsbare personen en relevante organisaties (bijv. GGDs, Rode kruis, gemeenten). Er is gekozen voor een multidisciplinaire aanpak met een groot aantal betrokken organisaties, om zo de grootste maatschappelijke impact te verkrijgen.

Inleiding

Grootschalige sterfte en ziekte door blootstelling aan hitte, pollen en luchtverontreiniging dreigen bij verdergaande klimaatverandering toe te nemen

In de recordwarme juni van 2023 stierven bijna 900 mensen meer dan normaal. De hitte ging gepaard met uitzonderlijk hoge graspollenconcentraties en een slechte luchtkwaliteit. Mogelijk droeg deze ongezonde mix bij aan de extra hoge sterfte. Niet alleen in Nederland waren er gezondheidsproblemen. De extreme hitte heeft in 2023 aan naar schatting 47.000 Europeanen het leven gekost. Met een verdergaande klimaatverandering nemen dit soort gezondheidsrisico’s waarschijnlijk verder toe.

Omgaan met hittestress

Er is nog veel onduidelijk over welke situaties het gevaarlijkst zijn en wie nu en in de toekomst het meeste risico loopt op ziekte of sterfte. Ook is onduidelijk wie welke acties moet nemen, en hoe je kunt voorkomen dat je het ene probleem oplost, maar daarmee een ander probleem verergert. Adviezen voor het tegengaan van hittestress door bijvoorbeeld ventileren zouden juist de blootstelling aan pollen en slechte luchtkwaliteit kunnen vergroten.

Doelstelling

Het project wil kennis aandragen en implementeren om gezondheidsrisico's van hitte en pollen te verminderen en deze kennis op een effectieve manier communiceren naar de kwetsbare personen en relevante organisaties. De volgende onderzoeksvragen worden beantwoord:

  1. Voor wie, wanneer en waar leidt welke combinatie van pollenconcentraties, hitte en slechte luchtkwaliteit tot welke sterk verhoogde gezondheidsrisico’s en ziektelast?
  2. Hoe passen kinderen in de leeftijd tot 3 tot 13 maanden/jaar zich aan hitte aan?
  3. Welke koelsystemen kunnen door risicogroepen worden gebruikt om hittestress te verminderen en wat is hun effectiviteit?
  4. Wat is de invloed van verschillende vormen van ventilatie op pollenconcentraties binnenshuis?
  5. Wat is de invloed van de dichtheid aan allergeen-pollenproducerende bomen op de pollenconcentratie in de directe omgeving van de bomen?
  6. Wat is de invloed van trainingstoestand op de hitte-acclimatisatie van mensen, in het bijzonder ouderen en kinderen?
  7. Welke factoren zijn van invloed op gezond hittegedrag en hoe kan dit inzicht helpen bij het ontwerpen en vormgeven van verbeterde communicatie om gezond gedrag tijdens hittegolven te bevorderen.
  8. Hoe wordt momenteel gecommuniceerd met risicogroepen over het voorkomen van allergieën en hittegerelateerde gezondheidsproblemen, wat is de effectiviteit van deze communicatie, en welke strategieën kunnen worden ingezet om deze te optimaliseren met als doel gezondheidsrisico's en ziektelast te verminderen?
  9. Hoe kunnen de huidige adviezen en maatregelen aangepast worden met betrekking tot het verminderen van gezondheidsrisico’s bij hitte, hoge pollenconcentraties en slechte luchtkwaliteit of een combinatie van deze factoren aangepast worden op basis van de nieuwe inzichten?
  10. Hoe moeten de huidige adviezen en maatregelen met betrekking tot het verminderen van gezondheidsrisico’s bij hitte, hoge pollenconcentraties en slechte luchtkwaliteit of een combinatie van deze factoren aangepast worden op basis van de nieuwe inzichten en rekening houdend met verschillende opleidingsniveaus?
  11. Welke strategie werkt het best om verschillende belanghebbende in groenbeleid en -beheer te informeren over het belang van allergeenarme boomaanplant?
  12. Hoe kan de pilot van het ruimtelijke berkpollenverwachtingsmodel voor de regio Leiden / Den Haag (KAPPA project) naar landelijke niveau opgeschaald worden en hoe kunnen meerdere pollensoorten toegevoegd worden?
  13. Hoe kan de output van de real-time pollenmonitor, die aangeschaft zal worden door RIVM/LUMC, het best gepresenteerd worden aan het publiek?
  14. Wat zijn de verschillen in uitkomst tussen de twee hittenormen (Wet Bulb Globe Temperature en Predicted Heat Strain), en bij welke condities (weer, inspanning, kleding, kwetsbaarheid) treden deze verschillen op? Wat betekent dit voor hittekrachtindicator van het KNMI op de operationele inschatting van hitterisico?
  15. Hoe zal onder invloed van verschillende klimaatscenario’s voor Nederland de timing van de start, piek en het einde van het pollenseizoen veranderen en hoe met welke pollenconcentratie van alsemambrosia moeten we rekening gaan houden.
  16. Hoe zullen risico’s en ziektelast door hitte, pollen en luchtkwaliteit in ruimte, tijd en intensiteit veranderen voor de verschillende risicogroepen tot 2050 uitgaande van de nieuwe KNMI klimaatscenario’s en de verwachte sociale ontwikkeling?

    Methode

    In het onderzoek doen we aan pilotonderzoeken, dataverzameling en -verwerking en literatuuronderzoek. Daarnaast willen we ook beter en sneller de risico’s van pollen en hitte kunnen voorspellen en beoordelen, zodat passende maatregelen op tijd genomen kunnen worden. Met deze kennis willen we duidelijke adviezen opstellen voor verschillende risicogroepen in de samenleving, voor zorginstanties en voor gemeenten. Vervolgens zal met een multidisciplinair team bestaande uit o.a. gedragswetenschappers, communicatie-experts, ethici, beleidsmedewerkers, etc. een communicatiestrategie ontwikkeld worden. Hieraan ten grondslag zullen resultaten liggen van gesprekken in focusgroepen en de analyse van een enquête onder ouderen tijdens een hitte periode.

    (Verwachte) resultaten

    • Verbreding van kennis ten aanzien van (1) welke groepen het meest kwetsbaar zijn tijdens perioden met hitte en /of hoge pollen concentraties overlast zullen ervaren (2) welke (risico)factoren de overlast kunnen verergeren (luchtverontreiniging, weertype) (3) hoe verschillende groepen zich het best kunnen gedragen tijdens hitte en pollenblootstelling (3) hoe pollen zich verspreiden binnenshuis en in straten met verschillende beplanting.
    • Duidelijk handelingsperspectief voor de (risico) groepen in de samenleving, zorginstanties en gemeenten tijdens hitte en pollenpieken. Daarmee zal de kennis dus meteen door de praktijk en in het beleid benut kunnen worden. Ook zal via de kennisinstituten de kennis via het onderwijs doorgegeven worden. Daarnaast zal actief informatie dagen/vakbladen benaderd worden om de kennis door te geven.

    Publicaties