Project

Reconstructie Gelderse Vallei

In het gebied de Gelderse Vallei wordt gewerkt aan reconstructie; natuur en landschap moeten een hogere kwaliteit krijgen, de landbouw een gezonde toekomst en recreanten meer mogelijkheden. Studenten van VHL en Helicon hebben in de periode 2007-2009 adviezen voor reconstructie van de Gelderse Vallei uitgewerkt. Deze vorm van onderzoek bleek voor de opdrachtgever zinnig en heeft ook onderwijskundige, maatschappelijke en organisatorische vernieuwingen voor het Groen Onderwijs opgeleverd.

Aanleg van EHS versnellen

Het proces om te komen tot de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) in de Gelderse Vallei verloopt niet zo snel als gewenst. Bij het huidige tempo van grondaankopen zal de EHS in Gelderland niet in 2018 klaar zijn. De studenten hebben aan de hand van literatuuronderzoek en interviews met belanghebbenden en experts de diverse oorzaken hiervan in kaart gebracht. Hun aanbevelingen om de EHS te versnellen: werf flexibeler grond, zoek naar nieuwe financieringsbronnen (zoals compensatiefonds, integraal gebiedsfonds, landschapsveiling), zet meer gebiedsmakelaars in met een sterker mandaat vanuit de provincie, laat grondbank van SVGV ruilgronden uitgeven, kies voor de das als natuurbeschermingsicoon (het edelhert als doelsoort roept weerstand op bij agrariërs) en laat de EHS opnemen in de bestemmingsplannen van gemeentes.

Verbindingszones

Studenten hebben visierapporten opgesteld voor inrichting van de Robuuste Ecologische Verbindingszone (REVZ) in drie deelgebieden onder andere voor een landgoederenzone. Op de onderzochte landgoederen zijn diverse landschapstypen en natuurwaarden te vinden. Ze kunnen bij geschikte inrichting dienen als stapstenen voor diersoorten om zich te verplaatsen van het ene sleutelgebied (de Utrechtse Heuvelrug) naar het andere sleutelgebied (de Veluwe). Tussen de sleutelgebieden en de stapstenen zijn verbindingen (corridors van zo’n 100 m breed) nodig, waarbij elke diersoort een iets andere inrichting vraagt. Bij een slimme inrichting van deze corridors zijn deze geschikt te maken voor verschillende doelsoorten, zoals de boommarter en de das. Voor natte doelsoorten in het onderzochte gebied, zoals klokjesgentiaan, Spaanse ruiter en gentiaanblauwtje zagen de studenten geen mogelijkheden voor verplaatsing via de corridors.

Grondverwerving

Voortbordurend op de inrichtingsvisie van de landgoederenzone hebben studenten gekeken of er in de deelgebieden potentieel ecologisch interessante gebieden aanwezig waren en naar de landbouwkundige situatie, de situatie op grondmarkt en de taakstelling voor het plangebied. Zij adviseren om naast het opzetten van een grondbank en het aanstellen van gebiedsmakelaars met meer mandaat ook de agrariërs gebruik te laten maken van meerder verschillende subsidieregelingen om hun activiteiten te extensiveren of te verplaatsen.

Inrichting

Voor een aantal deelgebieden zijn inrichtingsvisies opgesteld en uitgewerkt. Voor de ecologische verbindingszone ‘de Klomp’ in Ede is gekeken naar een optimale inrichting voor de combinatie van de doelsoorten kamsalamander en vuurvlinder met een intensief gebruikt recreatiepark. De voorgestelde maatregelen bestonden uit: groene en klimaatneutrale bebouwing, infrastructuur (parkeerplaats aan westzijde om verkeer door gebied te voorkomen), beplanting (inheems, vruchtdragend), inrichting van de waterplas met scheiding van recreanten en natuur.

Voor het gebied bij de Barneveldse Beek adviseerden de studenten bepaalde gronden uit te ruilen om een migratiecorridor te realiseren. Ook stelden ze voor het landschap aantrekkelijker te maken voor recreanten en economisch interessanter te maken voor de productie van hoogwaardige streekproducten door het gebied een sterker landgoedkarakter te geven, met afwisselend graanakkers en natte graslanden die aflopen naar een vrijer stromende Barneveldse Beek. De opdrachtgever heeft deze ideeën gebruikt in een brochure om de grond in de markt te zetten.

Slow advice

SVGV-directeur Gerard van Santen is zeer tevreden over deze manier van studenten inzetten voor reconstructieonderzoek: “De frisse, ongepolijste manier van kijken door studenten houdt ons ook scherp.” Hoewel de adviezen en scenario’s niet altijd direct zijn over te nemen, kunnen studenten gebiedsprocessen versterken. Hun adviezen vergroot het aantal mogelijk oplossingen of hun ideeën kunnen geïntegreerd worden in andere plannen. Studenten zijn dus inzetbaar voor zogenaamd ‘slow advice’.De studenten waren enthousiast over het praktijkgerichte onderwijs op deze grote schaal (in een twintigtal deelprojecten). Ze ervoeren dat de opdrachtgever ingesteld raakte op samenwerking met studenten en zelfs hun adviezen overnam. De docenten constateerden dat studenten een rol konden spelen in alle fasen van het gebiedsproces (gebiedsvorming, grondverwerving en inrichting). Wel moet een betere regie vanuit de docenten ertoe leiden dat studenten gaan voortbouwen op elkaars werk en niet steeds opnieuw moeten starten met analyseren.