Publicaties
Overzicht maatregelen duurzaam bodembeheer
de Haan, Janjo; Vervuurt, Wieke; van de Voorde, Tess; van Gugten, Arwen
Samenvatting
Het duurzaam beheren van landbouwbodems vormt de basis voor toekomstbestendige landbouw. Wat dit duurzaam beheren inhoudt in de Nederlandse landbouwcontext is een vraagstuk in ontwikkeling. In het kader van het Nationaal Programma Landbouwbodems (NPL) heeft het ministerie van LNV opdracht verleend aan Wageningen University & Research om in te schatten welke maatregelen op welke plek bijdragen aan duurzaam bodembeheer. Hiertoe is een overzicht van maatregelen gemaakt en beoordeeld in hoeverre deze bijdragen aan duurzaam bodembeheer op grond van hun effecten op diverse ecosysteemdiensten en hun toepasbaarheid binnen grondsoorten, sectoren en gewassen. Dit overzicht kan door het Ministerie van LNV gebruikt worden om inspiratie en handelingsperspectief te geven naar ondernemers en kan een basis zijn voor het opstellen van een landelijke monitoring van toepassing van maatregelen en het stimuleren van maatregelen door ondernemers. Voor de monitoring en stimulering moeten maatregelen op meer zaken beoordeeld worden dan de criteria die in deze studie zijn meegenomen. In het project is een long list met maatregelen gesynthetiseerd vanuit meerdere bronnen. De maatregelen zijn uitgesplitst naar twee sectoren (bouwland en grasland) en twee grondsoorten (zand en klei). Deze splitsing is niet uitputtend voor de gehele landbouwsector maar omvat wel het merendeel van de landbouwbodems. De geselecteerde maatregelen zijn beperkt tot operationele maatregelen en waar mogelijk geaggregeerd tot een hoger abstractieniveau. De maatregelen zijn beoordeeld op bijdrage aan vijf ecosysteemdiensten afkomstig uit het Landmark-project (www.landmark.eu), aangevuld met drie factoren over de toepassing en bedrijfsresultaat. De uiteindelijke beoordelingen zijn gebaseerd op Nederlandse vakliteratuur en expertoordelen van 9 betrokken experts vanuit verschillende kennisinstituten. Het resultaat is een lijst met maatregelen, beschikbaar in een separaat document. In totaal zijn voor zandgronden 31 maatregelen voor bouwland en 15 voor grasland beoordeeld, voor kleigronden waren dit 30 maatregelen voor bouwland en 13 maatregelen voor grasland. De beoordeling, verwerking en het uiteindelijke resultaat roepen de nodige discussiepunten op. Het blijkt lastig om invulling te geven aan het begrip duurzaam bodembeheer door middel van maatregelen. Dit komt doordat de effecten van maatregelen sterk afhangen van de context waarin deze toegepast worden en hierdoor niet goed te generaliseren zijn, maar ook omdat het scala aan maatregelen onderling grote variatie kent. Vanuit de beoordeling blijkt dat er voor lang niet alle effecten van maatregelen kennis of literatuur beschikbaar is. Ook zijn er discrepanties zichtbaar tussen beoordeling op basis van literatuur en de expertoordelen. Waar toepasselijk is er gebruikt gemaakt van een range om de variatie in beoordelingen weer te geven. De conclusie is dat er met dit project een eerste aanzet is gemaakt om het begrip duurzaam bodembeheer te duiden door middel van maatregelen maar dat interpretatie en gebruik van de maatregelenlijst een aantal aandachtspunten kent. Duurzaam bodembeheer is maatwerk, de wijze van uitvoering van de maatregel is van minimaal even groot belang als de selectie van de juiste maatregel, de maatregelenlijst is nog niet volledig genoeg om beleidsmatig in te zetten en het is wenselijk om draagvlak bij het bedrijfsleven voor een dergelijk instrument te verwerven. Daarom wordt aanbevolen om de lijst verder uit te werken met aandacht voor een betere definieĢring van het begrip maatregelen, gebruik van internationale literatuur en regio specifieke kenmerken en grondsoorten. Bespreking met, en betrokkenheid van de landbouwsector wordt sterk geadviseerd. Daarnaast kan op basis van de lijst een kennis- en innovatieagenda opgesteld worden voor duurzaam bodembeheer. Aanbevolen wordt om de maatregelenlijst zodanig te positioneren en presenteren dat er daadwerkelijk inspiratie vanuit gaat, met een duidelijk besef van de context specifieke invulling. Het wordt afgeraden deze lijst toe te passen voor andere doelen dan inspiratie zonder een verdere doorontwikkeling. Zo moeten voor de monitoring en stimulering maatregelen op meer zaken beoordeeld worden dan de criteria die in deze studie zijn meegenomen. Tot slot wordt geadviseerd de ontwikkeling van aanpakken voor maatwerkadvies voor duurzaam bodembeheer te stimuleren.