Letterzetter

De Letterzetter Ips typographus is een 4,0 - 5,5 mm lang, glanzend roodbruin tot zwart kevertje met dekschilden die aan het einde sterk zijn ingedeukt.

Levenswijze en verspreiding van de Letterzetter

In het voorjaar, omstreeks april, boren de kevers een gang onder de bast van de stam van gevelde, verzwakte of stervende bomen. Aan weerszijden van de 7-15 cm lange moedergang worden de eieren in nisjes afgezet. De witte pootloze larven vreten hun gangen min of meer loodrecht op de moedergang, waardoor tenslotte een mooi symmetrisch patroon (als van een letterzetter) ontstaat. Aan het einde van de larvengang vindt de verpopping plaats. Van daaruit boren de jonge kevers openingen naar buiten. De Letterzetter overwintert als kever, pop of larve. Er zijn meestal twee generaties per jaar.

letterzetterhars1.jpg
Foto's boven: een gezonde fijnspar kan kleine aantallen inborende kevers nog wel 'uitharsen'. Echter, bij het binnendringen van grote aantallen kevers valt de harsdruk weg en maken de kevers hun karakteristieke gangenpatronen.
Foto's boven: een gezonde fijnspar kan kleine aantallen inborende kevers nog wel 'uitharsen'. Echter, bij het binnendringen van grote aantallen kevers valt de harsdruk weg en maken de kevers hun karakteristieke gangenpatronen.

Waardplanten zijn voornamelijk Picea-soorten, soms ook wel op Pinus cembra, zelden op Abies, Larix en Pseudotsuga. De kever tast vooral verzwakte, afstervende en pas afgestorven bomen aan. Het meest gevoelig voor de Letterzetter zijn fijnsparren aan bestaande bosranden en nieuwe bosranden die ontstaan door storm en door het weghalen van verzwakte en scheefhangende bomen. Daarnaast tast de Letterzetter voornamelijk door droogte of juist door vernatting verzwakte bomen aan. Vandaar dat opstanden die gevoelig zijn voor veranderingen in vochthuishouding, bijvoorbeeld bij bossen op rabatten, een grotere kans hebben op plaagvorming van de letterzetter. Ook bomen die ouder zijn dan ca. 70 jaar zijn gevoeliger dan jongere bomen.

Na een zware keveraanval valt de bast af en kan de boom sterven. De Letterzetter is in principe secundair schadelijk - hij tast bij voorkeur bomen aan die verzwakt zijn door droogte, vreterij van primair schadelijke insecten, stormen en schimmelinfecties zoals de Honingzwam Armillaria. Bij hoge populatiedichtheden wordt de kever primair schadelijk en tast hij gezonde bomen aan die dan kunnen doodgaan. Door de Letterzetter aangetaste bomen zijn te herkennen aan: aanwezigheid van bruingelig boormeel op de stam, geelbruin verkleurde boomkronen, naaldverlies, spechtenactiviteit en het afvallen van de bast.

De aantastingen kunnen mogelijk verward worden met die van de Koperetser Pityogenes chalcographus. Dit is een klein 1,5-3 mm lang donkerbruin glanzend kevertje dat stervormige moedergangen met larvengangen maakt. Aantastingen door de Koperetser vinden vooral onder de dunne bast - vaak alleen in de kroon - van door droogte verzwakte fijnsparren.

Bestrijding

Vroeger werden - enkele weken vóór de kevervlucht - vaak vangstammen uitgelegd, waarbij de bast dan op tijd - voordat de jonge kevers uitkwamen - werd verwijderd en eventueel verbrand. Verder waren er stricte Verordeningen Bosschap die een beperking van schade door de Letterzetter beoogden. Hierbij was het verboden tussen mei en oktober niet-ontschorst hout van het geslacht Picea te laten liggen of opgeslagen te houden. Ook door storm ontwortelde of gebroken bomen moesten tijdens deze periode worden verwijderd. Kwijnende bomen moesten regelmatig worden opgespoord om ze te verwijderen.

Het waardeoordeel over bosbeheer en de bijdrage van dood hout aan het ecosysteem bos is de laatste decennia radicaal gewijzigd. De Verordingen ten aanzien van de Letterzetter bestaan niet meer. Na de storm van 18 januari 2007 is er voor beheerders een Praktijkadvies opgesteld. Voor het Praktijkadvies Dennenscheerder en Letterzetter - lees hier pdf. Voor de Verordening schadelijke insecten in Picea en Larix (niet actief) - lees hier pdf of zoek via www.bosschap.nl


In sommige landen worden lokstofvallen ingezet. Lage keverpopulaties kunnen hierdoor mogelijk worden laaggehouden maar een plaagsituatie kan hierdoor niet worden bestreden.

Invloed storm en droogte

De Letterzetter is in Nederland een veel voorkomende en gevaarlijke bastkever die vooral na stormen (1972, 1973 en 1990) of perioden van droogte (2003) kon toeslaan.
Uit de grafiek (bron: Alterra) valt op te maken dat na een groot aanbod van stormhout de keverpopulaties (mede door het optreden van meerdere generaties per jaar) zeer snel oplopen. Het duurt echter wel tien jaar voordat er weer lage niveau's bereikt worden.
Uit de grafiek (bron: Alterra) valt op te maken dat na een groot aanbod van stormhout de keverpopulaties (mede door het optreden van meerdere generaties per jaar) zeer snel oplopen. Het duurt echter wel tien jaar voordat er weer lage niveau's bereikt worden.

Verloop plaag bij 'niets doen'

In het buitenland is onderzoek gedaan naar de effectiviteit en gevolgen van wel of niet ruimen na een storm. Daaruit is gebleken dat ruimen na een storm minder effectief is dan oorspronkelijk werd gedacht. Dit betekent dat een zware maatregel als een verordening, die dwingt tot ruimen in bepaalde gebieden, niet tot gevolg heeft dat een plaag wordt voorkomen. Mogelijk resulteert het instellen van de verordening in een minder grote plaag.

Letterzetter in 2e en 3e jaar na storm meest actief

Na een storm of een droge periode zullen er meer letterzetters zijn door het grotere aanbod aan verzwakt dan wel dood materiaal. Plagen van Letterzetter duren 3 tot 6 jaar. In het eerste jaar worden vooral de uitgebroken stamdelen 3 en omgewaaide bomen zonder wortelcontact gekoloniseerd, in het tweede jaar zowel de (in de schaduw) liggende als (verzwakte) staande bomen, en in het derde jaar voornamelijk de staande verzwakte bomen. De piek van de plaag is in het 2e en 3e jaar. Daarna zinkt de populatie in en na ongeveer 6 jaar is de plaag voorbij. Deze inzinking wordt onder andere veroorzaakt door het ontwikkelen van een grotere populatie van natuurlijke vijanden en kan worden versterkt door ongunstige weersomstandigheden voor de Letterzetter, zoals kou en regen. Dit betekent dat er dus na de storm van 18 januari in 2007 op locaties waar veel fijnspar is gevallen relatief weinig extra aantasting van de letterzetter in staande bomen valt te verwachten.

In 2008 zijn er vanuit de praktijk echter geen meldingen gekomen over een grote plaag.

Overwegingen bij niet ruimen

Verschillende buitenlandse studies geven aan dat als gevolg van deze toegenomen activiteit van de letterzetter te verwachten is dat er ongeveer een 50% hogere sterfte kan optreden bovenop de reeds omgewaaide bomen. Deze extra sterfte is niet alleen gerelateerd aan de letterzetter, maar wordt ook veroorzaakt door veranderingen in de waterhuishouding door het wegvallen van een deel van de bomen. Niet ruimen betekent een toename van de biodiversiteit voor deze bossen door een toename van aan dode bomen gebonden insecten, mossen, vogels etc. De combinatie van liggend en staand dood hout levert een extra hoge bijdrage aan de biodiversiteit. Tegenover deze toename in biodiversiteit staat een opbrengstenderving voor niet verkocht (dood) hout.

bron: bovenstaande is een korte samenvatting van het oorspronkelijke "Praktijkadvies dennenscheerder en letterzetter". Dit advies is te downloaden via www.bosschap.nl