Interview

Samenwerking met Chinese partners: wetenschappelijke én persoonlijke chemie

Op academisch niveau samenwerken met China – één van de grootste en meest invloedrijke landen ter wereld – is hoogst interessant, maar roept soms ook vragen op. In deze zesdelige interviewserie ontdekken we hoe die samenwerking precies in elkaar zit en wat het Wageningen én Chinese partners oplevert. Deel 4: Han Zuilhof – hoogleraar Organische Chemie – over een wetenschappelijke én persoonlijke band.

Wat heeft organische chemie met China te maken?
“Ha! Nou, organische chemie is een belangrijk onderzoeksgebied in veel landen. Dat mijn wetenschappelijke band juist met China zo sterk is geworden, heeft bijzonder genoeg een Zwitserse oorsprong. Aan de universiteit van Zürich, had ik contact met Jay Siegel, een van oorsprong Amerikaanse hoogleraar en een autoriteit op het gebied van organische chemie. Hij was sinds 2013 ook decaan van de School of Pharmaceutical Science and Technology (SPST) in Tianjin: een volledig Engelstalig onderdeel van de universiteit gericht op innovatie van medicijnen en moleculair onderzoek, waarbij organische chemie een belangrijke rol speelt.”

Hoe kwam Siegel daar terecht?
“De universiteit van Tianjin – de oudste universiteit van China uit 1895 – is eigenlijk heel modern. En Tianjin had als belangrijke havenstad al heel vroeg een opvallend internationale blik.

Tianjin is als oudste universiteit van China eigenlijk heel modern

De universiteit is opgericht door mensen uit zowel de Verenigde Staten als China. Dat Siegel daar decaan werd, was dus eigenlijk niet zo gek. En toen ik hem in 2013 toevallig trof, stelde hij al snel voor dat ik ook langs zou komen in Tianjin. Niet veel later ben ik daar parttime gasthoogleraar geworden op het gebied van molecular science.”

Wat maakt jou zo interessant voor de Chinese wetenschap?
“WUR staat internationaal goed bekend op mijn onderzoeksgebied. We ontwikkelen methoden voor het maken van hoogwaardige oppervlakken – die moleculair gezien zó precies zijn samengesteld – dat ze zeer geschikt zijn voor bijvoorbeeld medische tests. China is een belangrijke ontwikkelaar en producent van tests en heeft dus veel belangstelling voor dit vakgebied.”

Bij sterk progressieve aandoeningen wil je dat testen het zwakke signaal zo snel mogelijk oppikken

Wat kun je met die tests?
“Veel bekende tests, zoals als een COVID-zelftest of een zwangerschapstest, geven snel aan of er een bepaald virus of hormoon in je neusslijm of urine zit, op basis van relatief makkelijk waarneembare moleculen: we kennen ze al lang en ze zijn in groten getale aanwezig. Het signaal is dus sterk. Maar als je te maken hebt met sterk progressieve aandoeningen (bijvoorbeeld auto-immuunziektes als het Guillain-Barré Syndroom dat snel uitbreidende spierzwakte veroorzaakt, red.) of een aandoening waarbij het aantal aan te tonen stoffen überhaupt heel klein is, wil je het zwakke signaal zo snel en zo goed mogelijk oppikken. En dus moet je de ruis – stoffen waarin je niet geïnteresseerd bent, bij lastige tests wel meer dan 99,999 procent van de sample – onderdrukken. Dergelijke ruisonderdrukking is bijvoorbeeld ook van belang bij allergietesten, waarbij nu nog vaak vals positieve uitslagen voorkomen. Wij ontwikkelen methodes, waardoor alleen de ‘allergie’-moleculen aan het detectieoppervlak blijven plakken en de rest die de ruis veroorzaakt, doorzwemt.”

Han Zuilhof met collega’s van de Supramolecular Chemistry unit uit Tianjin, onder wie Fraser Stoddart (rechts) die op dat moment – 2016 – de Nobelprijs voor de scheikunde had gewonnen. Foto: Han Zuilhof
Han Zuilhof met collega’s van de Supramolecular Chemistry unit uit Tianjin, onder wie Fraser Stoddart (rechts) die op dat moment – 2016 – de Nobelprijs voor de scheikunde had gewonnen. Foto: Han Zuilhof


Waarom wil jij samenwerken met Chinese partners?
“De drive van Chinese collega’s is enorm en dat werkt heel enthousiasmerend. Omdat hun ouders niet konden studeren, zijn de meeste studenten en promovendi dolblij dat ze die kans nu wél krijgen. Het onderzoek heeft de laatste decennia in China een enorme ontwikkeling doorgemaakt. En de academici zijn ervan overtuigd dat wetenschap moet dienen om algemene kennis te ontwikkelen en de wereld te verbeteren, echt niet alleen ten gunste van hun eigen land, zoals soms wordt gesuggereerd in kritiek op China."

De voertaal in Tianjin is Engels en dat draagt enorm bij aan een goede samenwerking

"De samenwerking met Tianjin is zo goed omdat we elkaar niet beconcurreren, maar elkaar aanvullen. Zo hebben we net een nieuwe chemische reactie ontdekt in Wageningen. Twee aio’s uit Tianjin borduren daarop voort en een postdoc van WUR gaat nu weer op één van die twee onderzoeken verder. Het gaat om een heel coole chemische reactie, dus dat levert echt wat op voor de wetenschap wereldwijd. Die internationale focus van WUR heeft onlangs een Horizon 2021 Award van de Royal Society of Chemistry opgeleverd. De zogeheten Robert Robinson Award for Synthetic Organic Chemistry legt de nadruk op succesvol teamwork: wat we in dit geval nadrukkelijk samen met China doen.”

Heel veel positieve punten, wat zijn de kanttekeningen?
“De voertaal in Tianjin is Engels en dat helpt enorm in het realiseren van een goede samenwerking, dat is op andere Chinese universiteiten echter nog niet zo. Doordat de voertaal Engels is, kan ik mijn coachende rol daar goed uitvoeren. De meeste Chinese aio’s zijn aanvankelijk niet heel zelfverzekerd, dat is iets wat ze moeten leren. Daarin begeleid ik promovendi daar én hier – want we hebben ook Chinese aio’s bij WUR. Het gaat erom dat ze zelf kritischer gaan nadenken, zelf bepalen waarom ze hun onderzoek doen zoals ze doen, niet puur omdat hun promotor de richting zo heeft bepaald. En hun drive kan ook wel eens té ver doorschieten: ik moet mijn aio’s in Tianjin echt op het hart drukken dat je op zondag niet hoeft te werken.”

Het gezin van Han Zuilhof op reis in Hunan, China. Foto: Han Zuilhof
Het gezin van Han Zuilhof op reis in Hunan, China. Foto: Han Zuilhof


Als iets je niet zint in Tianjin, kun je dat dan bespreken?
“Jazeker, want er is sprake van een langdurige vertrouwensband. Maar het is daar niet gebruikelijk om op de universiteit binnen te lopen en even je gal te spuwen. Wil je wat aan de orde stellen, dan doe je dat het beste informeel, bij het eten. Dat was voor mij overigens niet nieuw: mijn persoonlijke band met China gaat terug tot 2005.”

Oh?
“Ik heb in 2006 mijn jongste kind uit China geadopteerd, we hebben daaromheen maanden doorgebracht in het land en ik heb de cultuur stukje bij beetje iets beter leren kennen. Ik ben enorm onder de indruk van de mensen. Met het hart op de goede plek, die het welzijn van het collectief vóór hun eigenbelang plaatsen. In de loop der jaren heb ik zó veel gave Chinezen leren kennen, met dito verhalen. Zo ken ik een zakenman die na zijn pensioen besloot kinderen uit weeshuizen te begeleiden naar pleeggezinnen. Hij is nu een jaar of zeventig en heeft ruim duizend kinderen aan een nieuw thuis geholpen.”

Er zijn ook minder mooie verhalen over China, zoals over schending van mensenrechten. Raakt dat je?
“Niet in mijn wetenschappelijke werk, maar wel als mens. Zo ben ik een actief christen en als ik in China ben – vóór corona uitbrak zo’n twee maanden per jaar – mag ik daar alleen naar de kerk als ik mijn Nederlandse paspoort laat zien. Overigens kan ik daar wel open over praten met mijn Chinese collega’s. We zijn het niet altijd met elkaar eens, maar hebben respect voor het standpunt van de ander.”

In China mag ik alleen naar de kerk als ik mijn Nederlandse paspoort laat zien

Wekt dat twijfels over jouw werk in China?
“Nee, dat zie ik los van elkaar. Ik werk ook samen met de Verenigde Staten, waar nieuwe wetten ervoor gaan zorgen dat miljoenen zwarte mensen niet kunnen stemmen. Ik ben het daar niet mee eens, ben niet voor niets sinds mijn zeventiende lid van Amnesty International, maar ik wil op academisch niveau wel samenwerken. Alleen als je elkaar treft kun je de dialoog aan en dat doe ik ook over minder makkelijke onderwerpen met Chinese collega’s, maar ik ben daar niet om anderen de maat te nemen of aan hen mijn standpunt op te dringen.”

Wat wil je WUR-collega’s meegeven die een deeltijdaanstelling in China overwegen?
“Zorg dat je aanstelling ertoe doet. Ik ben eerder op een andere Chinese universiteit gasthoogleraar geweest, maar dat bleek uiteindelijk meer voor de show. Dan geef je in twee jaar tijd twee gastcolleges, en dat is het dan. Maar met Tianjin is de band zo sterk dat er steeds weer nieuwe kansen ontstaan. In onderzoek, maar ook op het gebied van onderwijs: zo hebben diverse WUR-masterstudenten hun stage dáár kunnen lopen. Hoe gaaf is dat: een stage in China! Mijn geheim? Oog hebben voor culturele verschillen en gevoeligheden. Daarnaast ook gewoon leren van je fouten, zeggen: sorry, jongens, Wŏ shi Helan ren, wŏ pù shi Zhonguo ren: ik ben een Hollander, geen Chinees. Dus als ik iets niet goed doe, laat het me dan weten: ik heb de beste bedoelingen.”